Onlangs zijn er de resultaten gepresenteerd van een 12 dagen durende expeditie naar het zuidoosten van Suriname, dichtbij de grens van Brazilië. De expeditie was onderdeel van een proces om de geologische kaarten van Suriname en Brazilië te harmoniseren in het ‘One Geology Project’.
Brazilië heeft in de jaren ’90 van de vorige eeuw een ontwikkeling doorgemaakt door gebruik te maken van de grondstoffen die het land rijk was. Door gebruik te maken van het hout en de mineralen die in de bodem zitten, heeft het land meer welvaart gekregen. Met deze welvaart heeft het zich geoorloofd betere kaarten te ontwikkelen die aangeven waar de mineralen van het land zich bevinden en hoe de structuur van de bodem eruit ziet. Deze nieuwe wetenschap en de investering die ze gedaan hebben in hun kaarten, is Brazilië betrekkingen aangegaan met de buurlanden. Brazilië grenst aan alle landen van Zuid-Amerika met uitzondering van Chili en Ecuador. Brazilië grenst met het zuiden van Suriname. Door de internationale betrekkingen werd het voor Brazilië lastig werken. Elk land gaf namelijk zijn geografie met zelfgekozen kleuren aan. Eenzelfde soort gesteente werd in elk omringend land anders aangegeven, volgens professor Theo Wong van de Anton de Kom Universiteit.
Brazilië is toen het proces gestart om samen met alle landen een kaart te maken die uniform aangeeft hoe de bodem eruit ziet. De opzet van het project waar deze expeditie een afsluiting van vormt, heeft twee jaar geduurd en Suriname heeft veel kunnen leren door de komst van het buurland Brazilië. Ook Brazilië heeft veel kunnen leren van de bodem van Suriname. Hoewel het de bedoeling was dat het een bilaterale betrekking zou worden, heeft Brazilië niet uitgenodigd om in het grensgebied aan de Braziliaanse kant te komen kijken. De indianenreservaten en militaire terreinen die in het grensgebied liggen, maakt het volgens Brazilië ongeschikt om een vergelijkbaar onderzoek op Braziliaanse bodem te kunnen uitvoeren. Hiermee verloopt de kennisuitwisseling niet zoals aan het begin van het project is voorgesteld.
Suriname is het project voor een geologische kaart begonnen door aan Brazilië bodemmonsters te geven, die de gesteldheid van de mineralen representeren. Vervolgens is er een expeditie geweest die 21 professionals uit verschillende takken van de geologie zo dicht mogelijk bij de grens van Brazilië brachten. Daar hebben de Geologische Mijnbouw Dienst (GMD), Anton de Kom Universiteit (Adek), Grassalco NV en de Geologische Dienst van Brazilië steekproefsgewijs monsters genomen van de bodem. Hieruit bleek dat de geologische kaart die Suriname gebruikt uit de jaren ’70 niet klopt. Doordat er niet goed is gekeken, zijn er mineralen in de grond op de verkeerde plaats gezet. Deze expeditie heeft dus niet zozeer nieuwe mineralen gevonden, maar de mineralen die al bekend waren een andere plaats in het land gegeven.
De genomen monsters zijn volgens professor Wong toegevoegd aan de opslag van het bestand, dat inmiddels 100.000 samples in opslag heeft staan. In de toekomst zal het daadwerkelijk nemen van monsters een minder grote rol spelen. Vliegtuigen zullen voor het maken van de geologische kaart een grote rol gaan spelen, om over het land te vliegen en door middel van radio- en magnetische golven foto’s te maken van de bodem.
Het idee zelf is op zich niet nieuw. Medio jaren ’50 was er een begin gemaakt aan dit type onderzoek onder de naam Operatie Sprinkhaan. Verschillende vliegvelden zijn in het binnenland aangelegd voor dit onderzoek, waarbij Vincent Fajks en Ronald Kapel omkwamen in een vliegtuigongeluk. Door gebruik te maken van radio-, en magnetische golven zijn met name mineralen met daarin metalen goed te vinden. Een bodem met daarin bauxiet en goud zijn zo sneller gevonden.
Wel is er een prijskaartje aan verbonden. Dit project zou ongeveer US$ 20 miljoen gaan kosten, waarbij het gebruikmaken van vliegen en vliegtuigen alleen al US$ 9 miljoen zal kosten. Volgens professor Wong is het in ’s landsbelang om het onderzoek uit te voeren. Door te weten waar en welke bodemschatten het land heeft, is men in een betere onderhandelingspositie om concessies uit te geven. Het is volgens professor Wong aan het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen om te gaan shoppen voor de financiën om het project van een nieuwe geologische kaart te realiseren.
Professor Wong ziet met blijdschap tegemoet hoe de geologische expertise van Suriname met dit project nieuw leven wordt ingeblazen. De expertise van de GMD was door de jaren heen ernstig verminderd. Belangrijke personen binnen de GMD kwamen uit Nederland en gingen na hun pensioen weer terug of werden te oud en stierven, zonder dat er een opvolger kwam met de geschikte kennis.
Met dit soort projecten kunnen studenten aan de Adek weer betere praktijkervaring opdoen en zo de geologische expertise van Suriname omhoog te brengen.