Volgens de rechter heeft het Openbaar Ministerie (OM) binnen de perken van de wetgeving gehandeld in de kwestie van de Venezolaanse boot. De boot met aan boord bijkans 75.000 liter benzine is voor een bedrag van USD 150.000 verkocht. De vijf Venezolanen en een Columbiaan die aangehouden waren terzake smokkel, hadden een economisch delict begaan. Zij konden de herkomst van de olie niet aangeven. Nadien maakten zij een rechtszaak aanhangig tegen het Openbaar Ministerie c.q. de Staat Suriname met als eis, teruggave van de boot inclusief de 75.000 liters benzine. De rechter heeft gisteren in het nadeel van de vijf Venezolanen en de Columbiaan beslist.
De Venezolanen en de Columbiaan stelden vanaf het prille begin dat het OM niet de juiste procedure zou hebben gevolgd bij de verkoop. De koper had het bedrag van USD 150.000 cash betaald op het politiebureau Munder. Dit werd bevestigd door het hoofd van de afdeling Fraude van het Korps Politie Suriname, hoofdinspecteur Bhattoe. ‘Het is normaal bij de afhandeling, het geld wordt gestort op de rekening van de Staat’, gaf hij Dagblad Suriname mee. Volgens Bhattoe was het een normale werkwijze van de politie in samenwerking met het Openbaar Ministerie. Volgens de politiefunctionaris zou er in de kwestie van de Venezolaanse boot sprake zijn van een complete milieuramp indien er niet snel gehandeld zou worden. De politiefunctionaris beweerde dat er teveel water kwam in de boot. ‘En dit was zeer gevaarlijk. Het gevaar bestond dat de boot zou zinken.’ Deze situatie zou volgens hem de aanleiding zijn geweest om acuut en slagvaardig te handelen, zonder de procedures voor het houden van een veiling in acht te nemen.
Na het verkoopincident was ook een spoed kortgeding aanhangig gemaakt door de buitenlanders. Zij dienden daarbij het verzoek in om in Suriname te mogen verblijven totdat er uitspraak was gedaan in de eerste zaak. Dit verzoek was ingewilligd door het OM. Volgens informatie zijn de buitenlanders nu bezig hun vertrek uit Suriname voor te bereiden.
Asha Gajadien-Bhagwat