Dinsdag viert een groot deel van de Moslims in Suriname het Offerfeest. Dit feest geeft het einde aan van de Hadj, de bedevaart naar Mekka, die elk jaar door duizenden moslims wordt bijgewoond. Het gaat om het eeuwenoude verhaal van de Heilige Profeet Abraham, die van zijn Heer de opdracht kreeg om het allerliefste wat hij bezat op aarde, te offeren. En aangezien zoon Ismael zijn allerliefste was, wilde hij hem als offer aanbieden. Het bleek een beproeving te zijn van trouw en geloof en op het allerlaatste moment werd de handeling, als door een wonder, gestopt.
Net als in vrijwel alle andere landen waar er moslims wonen, wordt in Suriname dit feest ook gevierd. De overheid heeft er een dimensie aan toegevoegd door de dag van Ied Ul Adha te verheffen tot een nationale feestdag. Hierdoor kunnen alle moslims zich zonder enige hindernis en overige verplichtingen, ten volle toeleggen op het beleven van hun religie. Je hebt er als het ware de hele dag voor over. Dinsdagmorgen is er ook de traditionele gezamenlijke gebedsdienst op het Onafhankelijkheidsplein. Het is voor een ieder toegankelijk en velen maken er gebruik van. Ook vertegenwoordigers van de overheid, met name het ministerie van Binnenlandse Zaken, zijn er steeds aanwezig. Maar de meeste moslims verrichten hun Ied gebed in hun eigen moskee.
Na het gebed gaat men over tot het slachten van de offerdieren. Middels een specifieke vergunning wordt toestemming verleend om het ter plaatse te doen, in een speciaal daarvoor ingerichte ruimte. Anderen maken gebruik van de diensten, welke door het openbaar slachthuis worden geboden. Er is toch ook nog een deel van de moslims dat Ied Ul Adha op woensdag 16 oktober zal vieren. Op zich is dat geen nood. Ied Ul Adha mag namelijk drie dagen gevierd worden.