Op vrijdag 11 oktober 2013 werd Melvin Niekoop berecht voor het overtreden van de Wet Verdovende Middelen. Hij probeerde cocaïne in zijn handbagage uit Suriname naar Nederland te vervoeren. Hij werd op de Johan Adolf Pengel Luchthaven echter staande gehouden. De cocaïne was verpakt in bolletjes van ovale vorm en was tussen mope’s weggestopt. Melvin vertelde aan rechter Marie Mettendaf dat de drugs niet van hem was. Hij zei verder dat hij een poging waagde, omdat hij het geld nodig had. Zijn kledingzaak in Nederland ging failliet en hij had enorm veel schulden.
De officier van justitie zei dat de verdachte bij het bagageonderzoek meteen toegaf dat er cocaïne in de bolletjes zat. Uit het scheidkundig rapport is ook gebleken dat het spul cocaïne was. Officier Ratipal zei dat de verdachte first offender is. Zij eiste een straf van 12 maanden met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest, een boete van SRD 1500 of 2 maanden hechtenis. De rechter gelastte ook de gevangenneming van Niekoop.
De raadsman van Niekoop, mr. John Ferdinand, vertelde aan de rechter dat zijn cliënt geloof hechtte in degene van wie de drugs was. Hij vroeg daarom om strafvermindering voor zijn cliënt.
Rechter Mettendaf veroordeelde Niekoop tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 voorwaardelijk. Ook kreeg hij een boete opgelegd van SRD 1500 of een maand hechtenis. De rechter vond dat de verdachte universitair is geschoold en dus bewust zou moeten zijn van de consequenties.