‘Staat laat kleine boothouders pinaren’

IFRuim 35 boothouders wachten al tien maanden tevergeefs op hun brandstofcompensatie. Vanwege de financiële verliezen, is het boothoudersbestand dat in 2011 nog op 66 was, tot de helft geslonken. Hun stukken liggen al maanden op het ministerie van Binnenlandse Zaken (Biza), dat blijkbaar geen haast heeft om de boothouders te halen uit hun ellende. “Ik heb geen geld. Ik hou mijn boot voorlopig aan de ketting, totdat ik een lening gekregen heb”, verzucht één van de gedupeerde boothouders in gesprek met Dagblad Suriname.
Voorzitter Michel Nathoe van de Belangenorganisatie Veerboten Commewijne (BOVC) heeft naar eigen zeggen talloze keren contact gemaakt met het ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT) en Biza, maar werd ‘steeds van het kastje naar de muur gestuurd’. ‘De stukken zijn in behandeling’ was het enige dat hij te horen kreeg. De Staat heeft de kleine boothouders het tarief van Srd 1,25 per passagier opgelegd voor een bootrit, terwijl de prijs marktconform Srd 1,65 is. De kostprijs steeg vanwege de verhoogde prijs van brandstof en andere componenten. De brandstofcompensatie werd vorig jaar opgetrokken met 84 cent en is nu Srd 1,41 voor een liter. Boothouders varen met een benzinemengsel dat duurder is dan het brandstof dat bushouders gebruiken. De boothouders lijken het kind van de rekening te worden. In 2012 kregen ze ook een bedrag uitgekeerd na tien maanden te hebben gewacht. Het totaal uit te keren bedrag was toen Srd 500.000. Boothouders die eerder leningen hebben genomen om de bij wet voorgeschreven zwemvesten te kopen en andere toerusting voor hun boot, zitten met aflossingsproblemen. Degene die nog varen, bekijken de mogelijkheid om de dienstverlening te staken. Dagelijks vervoeren de boothouders tientallen passagiers op verschillende vaarroutes. De boothouders verzorgen onder andere de oversteek van passagiers op de vaarroute Paramaribo- Meerzorg en Leonsberg- Nieuw Amsterdam.

error: Kopiëren mag niet!