‘De oorzaak van de financiële chaos die zich nu manifesteert, zit niet in de logge overheidsadministratie, maar in het overheidsbeleid, waarbij de regering steeds grote staatsuitgaven pleegt zonder rekening te houden met de verminderde inkomsten’, zegt professor Anthony Caram, hoogleraar Economie aan de Anton De Kom Universiteit in gesprek met Dagblad Suriname. “In plaats van op de rem te drukken, wordt de op zich al ruime uitgavenstijging verder opgetrokken.” Caram vindt dat de regering het ware probleem voor zich uitschuift door steeds de verkeerde accenten te leggen. ‘Het hoofdprobleem is dat door de dalende marktprijzen de overheidinkomsten onder druk zijn komen te staan. Daarentegen zijn de lopende uitgaven, aanzienlijk toegenomen. Aanvankelijk had de regering doen blijken dat er financieel niets aan de hand was, maar de steeds stijgende koers, noodzaakte de autoriteiten uitleg te geven.’
Volgens Caram zullen de maatregelen van de governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) geen soelaas bieden als de regering doorgaat grootse staatsuitgaven te plegen en leningen aan te gaan. Wat voor zin heeft het als de regering zegt niet te gaan voor neutrale monetaire financiering als ze toch doorgaat leningen te sluiten?’ Caram vindt het verbluffend dat ondanks het financieel probleem de begroting van 2014 vrijwel identiek is aan die van 2013. Veel uit die begroting van vorig jaar is niet gerealiseerd vanwege de sterk teruggelopen staatsinkomsten.
“De regering had in principe de begroting structureel moeten aanpassen met een samenhangend pakket aan maatregelen, maar dat heeft ze niet gedaan”, zegt Caram. “De autoriteiten zullen vroeg of laat de rekening gepresenteerd krijgen (doelende op de richting van de koers, red.), als zij doorgaan te ontkennen wat het feitelijke probleem is’, maakt de professor duidelijk. Tijdens een lezing recentelijk voor de Kenniskring merkte de hoogleraar op dat de uitgavenstijging verder was opgetrokken en wel van 20% tot 24%. Bedenkelijk is dat de stijging zich vrijwel geheel voltrok in de lopende sfeer. De groei van de kapitaaluitgaven werd terug gebracht van 26% naar 5% en het aandeel in het totaal verminderde van 19% naar 16%. Het kastekort verdubbelde tot SRD 439 miljoen of 4% van het bbp. ‘De situatie op potentiële verplichtingenbasis was veel ernstiger.’
De hoogleraar wenst nogmaals te benadrukken dat niet de administratieve technieken bij de overheid het probleem zijn, maar de financiële kwetsbaarheid van overheidsfinanciën. Het vraagstuk van de overheidsfinanciën is volgens de hoogleraar dan ook niet primair een boekhoudkundig of economisch vraagstuk, maar veeleer een maatschappelijk vraagstuk. Daarom is voor uitvoering van de vereiste maatregelen draagvlak onmisbaar. Overleg en samenwerking tussen de sociale partners zijn vereist. “Wij weten wat er moet gebeuren, maar de vraag is of burgers en beleidmakers bereid zijn de gevolgen te accepteren van de onvermijdelijke beleidsmaatregelen.” Het staatshoofd heeft afgelopen vrijdag een onderhoud gehad met toppers uit de financiële en bancaire sector om de financieel monetaire situatie in het land weer eens te bespreken.