Naar aanleiding van een, door u gedane uitspraak, in het programma “Baka’na torie” het volgende. In bovenvermeld programma, hebt u aangegeven dat u voornemens bent de AOV voor “mensen die het niet nodig hebben” terug te draaien. Dit als één van de te nemen maatregelen om te komen tot een vermindering van de uitgaven van de Staat.
We kennen allemaal de financiele toestand van de Staat en vanuit dat oogpunt bekeken, lijkt uw voornemen op het eerste gezicht begrijpelijk. Echter moet u niet uit het oog verliezen, dat de categorie personen die u aanduidt als te zijn ‘mensen die het niet nodig hebben’ juist degenen zijn, die in hun arbeidzaam leven, trouw gestort hebben (of afgedragen hebben ) in dit fonds, in de overtuiging dat zij vanaf het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van hun AOV zullen genieten. Bovendien rijst de vraag op basis van welke criteria deze groep betiteld wordt als zijnde een groep die de AOV niet nodig zou hebben. Het zou heel onterecht zijn, als nu, nadat er maandelijks gedurende vele jaren, inhoudingen geweest zijn op het salaris (bezoldiging), aan deze categorie personen deze rechten ontnomen zouden worden. Er zullen wel zeker andere mogelijkheden zijn, om te geraken tot hetzelfde doel, namelijk het bezuinigen op overheidsbestedingen, in deze dus de AOV- uitkeringen.
Ter illustratie hiervan, deel ik u mede dat ik in een veel eerder stadium reeds een open brief had gericht aan de toenmalige vp de heer R. Sardjoe, waarin ik oplossingsmodellen heb aangedragen, echter zonder enig zichtbaar resultaat.
Het is geenzins de bedoeling, dat het voorstel gedaan in deze brief, door u klakkeloos overgenomen wordt, maar het dient slechts om meegenomen te worden in uw overwegingen ter bezuiniging op de AOV-uitgaven. Bij gebleken interesse ben ik te allen tijde bereid u die brief volgaarne te doen toekomen.
Hopend dat u mijn goed bedoeld voorstel in welwillende overweging zult nemen, verblijf ik,
Andro I. H. Loods
