Nauwelijks in de startblokken of het goed bedoelde vuilophaalproject van Openbare Werken (OW) wordt al besmeurd met frauduleuze handelingen. Een groep personen gaat langs bedrijven en winkels met de mededeling dat deze verplicht zijn de vuiltonnen voor het vuilophaalproject te kopen bij maar 4 ondernemingen die door de overheid zijn aangewezen. Hoofd Vuilophaal bij OW, Steven Codrington en districtscommissaris Mike Nerkust van Paramaribo Zuidwest, spreken dit ten stelligste tegen. Winkelhouders en bedrijfseigenaren zijn vrij de tonnen te kopen waar ze die willen. ‘Er is geen enkele verplichting om ze bij een bepaalde importeur of groothandelaar te kopen’, zegt Nerkust nadrukkelijk. Hij betreurt de verwarring die is opgetreden. Aan de winkelhouders en bedrijfseigenaren wordt wel gezegd dat er 4 ondernemingen zijn die altijd beschikken over de vuiltonnen. Nerkust kent de namen van deze bedrijven.
‘Het vuilophaalproject zou in juli van start gaan, maar ondervond stagnatie door een groot tekort aan tonnen’, zegt Nerkust. Om te voorkomen dat dit probleem zich in de toekomst weer voordoet, zijn er met 4 ondernemingen afspraken gemaakt om de tonnen altijd in voorraad te hebben. Nerkust benadrukt dat er absoluut geen sprake is van een verplichting voor de winkeliers om de tonnen bij deze 4 zaken te kopen.
Nerkust zegt dat het verplicht plaatsen van vuilnistonnen een voorwaarde is die al sinds jaren opgenomen staat in de vergunningsvoorwaarden van winkeliers en bedrijven. Dagblad Suriname verneemt van deskundigen op het ministerie van Handel en Industrie (HI) dat bij beschikking van 29 mei 1997 het plaatsen en op eigen kosten ledigen van de tonnen is doorgevoerd in de vergunning. De vergunninghouder dient vanwege die beschikking ook ervoor zorg te dragen dat het terrein waarop de winkel of het bedrijf staat, gezuiverd is van autowrakken, wied, afvalstoffen, afgedankte meubels en huishoudelijke apparatuur en van afvalstoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Nerkust: “We zorgen er slechts voor dat deze zaken in de vergunning worden uitgevoerd”.
De burgervader licht toe dat elke winkel minimaal 1 vuilton van 240 liter moet hebben nabij de ingang, waarin winkelafval wordt gedeponeerd. Er is gekozen voor deze inhoudsmaat, daar die tonnen passen op het mechanismesysteem waarmee de vuilophaalwagens de tonnen ledigen. In de vergunningsvoorwaarde staat dat er ook een ton van 1.100 liters geplaatst moet worden bij bedrijven. ‘Vanwege de investering wordt voorlopig volstaan met de 240 liter ton’, zegt Codrington. Hij voegt eraan toe dat voor slagerijen een andere regeling geldt. Zij produceren organisch afval, welke zij zelf moeten afvoeren. Conform hun vergunning moet die afval worden ingegraven.