‘Ik weet het niet hoor. Alle Surinaamse dames geven op als ze horen dat ze tegenover mij in de ring moeten staan. Misschien moet de boksbond tegenstanders uit het buitenland voor me halen tijdens wedstrijden’, zegt de 19-jarige Sita Pinas. Ze traint ongeveer 16 maanden bij Sportclub Zuid, de nieuwe boksclub van Sportzaken. Minimaal 3 keer per week en 2 uren per training volgt de 1,65 meterslange bokstalent. De Cubaanse trainer Lazaron is haar hoofdcoach. Tijdens het laatst gehouden bokstoernooi in Ocer moest ze uitkomen tegen een dame, maar die trok zich terug toen ze mij zag. ‘Ik heb dan maar een demonstratiepartij gevochten tegen een jongen’, zegt Pinas. Volgens de leerlinge van mulo Sweetschool begrijpt ze niet waarom de andere Surinaamse dames bang zijn voor haar.
‘Er zijn andere dames die al jaren voor mij trainen, maar die willen ook niet tegenover mij in de ring staan. Ik ken een paar die al 4 jaren trainen, maar toch zijn ze bang’, zegt Pinas. Haar droom is om ooit op de Olympische Spelen uit te komen. ‘Maar als ik niet mee doe aan wedstrijden, kan ik niet klimmen op de ranking’, zegt ze. ‘Misschien moet de bond me sturen naar de buurlanden om te boksen.’
Remie Burke, voorzitter van de Surinaamse Boksbond, zegt dat hij de boksport bezig is een nieuw leven in te blazen. ‘Er zijn nog niet zoveel dames per gewichtsklasse die boksen. Daardoor heb je niet in alle gewichtsklassen genoeg tegenstanders. Bij de jongens is de animo meer, behalve in de super zwaargewichtklasse’, legt Burke uit. Hij geeft Pinas als boodschap om zich rustig te houden en te wachten op het moment dat er iemand klaar is om tegen haar te boksen. ‘Ze moet niet ongeduldig worden. Boksen is een georganiseerd sport, je kan niet zomaar een ieder tegenover elkaar laten staan’, geeft Burke aan. Hij haalt als voorbeeld aan dat hij in 1985 thaiboksen heeft geintroduceerd in Suriname, maar het eerste gala kwam pas in 1992. ‘Bij thaiboksen heb je ook een paar ongeduldige vechters gehad die te snel wilden doorbreken internationaal. Waar zijn ze nu?’, vraagt Burke zich af. ‘Je kan ook geen internationale tegenstander voor Pinas halen, want ze is ook niet zover.’