Toespraak Adhin in verband met opening schooljaar 2013-2014

ManagementDe minister van Onderwijs en Volksontwikkeling, ir. Ashwin Adhin, heeft gisteravond, in verband met de opening van schooljaar 2013 / 2014, de gebruikelijke rede gehouden.
1 oktober is traditiegetrouw de eerste dag van het nieuwe schooljaar. De minister heeft allen bedankt voor hun bijdrage, inzet, ondersteuning en begrip het afgelopen studiejaar.
Het aanstaand studiejaar begint met een aantal uitdagingen voor het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling. Maar de grootste uitdaging geldt voor de scholieren en studenten. Zij moeten de geboden kansen voor onderwijs en vorming maximaal benutten.
De minister heeft zich samen met zijn staf gebogen om een zo goed mogelijke start van het nieuw studiejaar te kunnen maken. Er is speciale aandacht geschonken aan de beschikbaarheid van bevoegde leerkrachten op alle niveaus, lokalen, meubilair, leermiddelen en faciliteiten op de verschillende scholen en instituten. Ook heeft het Minov in de vakantie extra registratiedagen ingelast om zodoende leerlingen en of studenten die nog niet waren verzekerd van een plek te kunnen plaatsen. Dit komend studiejaar staat onderwijsverbetering en onderwijsvernieuwing centraal. De vernieuwing van het onderwijs moet uiteindelijk leiden tot het verbeteren van de leerprestaties.
Basisonderwijs
Binnen het basisonderwijs zullen hervorming en vernieuwing speciale aandacht genieten. Het door BEIP ingezet project zal samen met de relevante stakeholders grondig geëvalueerd worden. Op basis hiervan zal dan samen met de afdeling Curriculumontwikkeling worden nagegaan hoe de vernieuwing van ons basisonderwijs gefaseerd, praktisch, relevant en beheersbaar kan plaatsvinden. Er zal ook gewerkt worden aan een verticale leerstofplanning om de breukvlakken tussen de verschillende niveaus en typen onderwijs weg te werken. Het gaat hierbij om Curriculumontwikkeling vanaf de basisschool tot de laatste klas van het voortgezet onderwijs op seniorenniveau, dus de middelbare scholen.
Naschoolse opvang
Het project naschoolse opvang zal voortgang vinden en verder worden uitgebreid en aangepast. De naschoolse opvang krijgt een betere structuur wat inhoudt dat de tijd van 1- 5 uur goed gaat worden ingevuld. De kinderen zullen op deskundige wijze begeleid en gevormd worden in allerlei aspecten die ze in het leven nodig hebben en voor hun verdere vorming van groot belang zullen zijn. Er zullen schooltuinen worden opgezet. De jeugd moet al vroeg leren hoe zij zelf kunnen voorzien in hun voedselvoorziening door zelf hun eigen groente te kunnen verbouwen. De jeugd moet bewust worden gemaakt van gezonde voeding. Ook zal er aandacht worden besteed aan sport, spel en sociale vaardigheden van leerlingen.
Lokalenbouw
De bouwactiviteiten zullen landelijk worden voortgezet en worden opgevoerd. In oktober aanstaande worden de nieuwe scholen aan de Gitaarstraat, de Botromankistraat, de Noordpoolweg en de school voor Speciaal Onderwijs aan de Javaweg te Lelydorp opgeleverd en in gebruik genomen. In het binnenland zullen voor het komend studiejaar 4 nieuwe openbare scholen geopend worden. En wel de openbare school te Sinkampoe aan de Lijnweg Moengo, de openbare school aan de Ligoriweg te Albina, de openbare school te Nw.Aurora en de openbare school te Goejaba. Voorts zijn er op diverse locaties in het land leslokalen neergezet. Er zal dit studiejaar een aanvang gemaakt worden met een nieuwe middelbare school te Saramacca. Met de bouw van meer leslokalen zullen ouders verzekerd zijn van een plek op een school voor hun kinderen. Ook de bouw van een magazijn voor het onderdirectoraat Leermiddelenproductie en Distributie zal ter hand worden genomen.
Voortgezet onderwijs
Het imeao ondergaat een herstructurering. Er wordt in overleg met de arbeidsmarkt nagegaan hoe het curriculum kan worden afgestemd op de vraag van de markt. Het vak Natuurkunde op alle vwo-scholen wordt geëvalueerd. De Natuurkunde Olympiade wordt een richtlijn, een graadmeter. Het is gebleken dat onze studenten onvoldoende practicumvaardigheden hebben. Op alle vwo- scholen wordt er tenminste 1 goed practicumlokaal, met nieuwe bijdetijdse apparatuur ingericht.
Beroepsonderwijs
Dit schooljaar wordt het lbo (lager beroepsonderwijs) ingevoerd. Het lbo dat bestaat uit een A,- B,- en C-niveau, zal leerlingen opleiden tot assistent beroepsbeoefenaren in de gekozen studierichtingen met voldoende beroepsvormende- en algemeen vormende vakken zodat afgestudeerden zich verder kunnen ontplooien. Het lbgo, lts en lhno zullen worden afgebouwd. Vorig jaar is reeds een aanvang gemaakt met het afbouwen van ets en ebo.
Het voornemen is om een ‘demand driven’ onderwijs in werking te brengen. Het onderwijs moet die vaardigheden afleveren die worden gevraagd door deze sector. Het curriculum moet voldoen aan de vraag van de arbeidsmarkt. Afgestudeerden moeten een betere aansluiting vinden op het vervolgonderwijs en het bedrijfsleven. Afgestudeerde lbo- leerlingen moeten direct inzetbaar zijn in het arbeidsproces.
Pedagogische instituten
Er zal gewerkt worden aan professionalisering van onze leraren. Van leerkrachten wordt verwacht dat zij hun vakcompetenties op peil houden, waaronder de algemeen pedagogische- en vakdidactische competenties. Het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling is zich ervan bewust dat leerkrachten geprofessionaliseerd en gewaardeerd moeten worden. Leerkrachten moeten zich kunnen omscholen, bijscholen en professionaliseren. Het Minov kent zijn verantwoordelijkheid en de uitdagingen van de leerkracht. Het Minov werken aan verdere professionalisering op elk vakgebied.
Bureau Hoger Onderwijs en Accreditatie
Om structuur te brengen binnen het hoger Onderwijs zal er een bureau hoger onderwijs worden ingesteld. Ook de buitenlandse opleidingen zullen zich moeten registreren. Het is bekend dat er op dit niveau een wildgroei bestaat en er wordt gestreefd naar een transparant en duidelijk beleid. Er zal gewerkt moeten worden aan de accreditatie van hun opleidingen. De bouw van een kantoor voor het Nationaal Orgaan voor Accreditatie (Nova) is in dit kader van eminent belang en staat daarom ook hoog op onze prioriteitenlijst.
ICT in het onderwijs
Meer dan ooit gaat het Minov na op welke wijze ICT het best kan worden ingezet om het onderwijsrendement te verhogen. Met de focus op efficiëntie in management ontkomen wij niet aan de implementatie van ICT in het onderwijs. Scholen en instituten moeten worden voorzien van computerlokalen om kennis te maken met de computer. Deze middelen moeten gebruikt worden voor het onderwijsproces zelf. Wij gaan langzaam naar een systeem waarbij studentgegevens en schooldata in een systeem worden verwerkt dat actueel en toegankelijk is voor studenten, schoolleiders, leerkrachten, inspecteurs , ouders en andere bevoegden zodat niet alleen makkelijk de groei van de student gevolgd kan worden, maar ook vroegtijdig problemen op elk niveau herkend kunnen worden en beleid gemaakt kan worden op basis van de actuele informatie.
Cultuur
Ook dit jaar zal er heel veel aandacht geschonken worden aan cultuur. Suriname’s voorzitterschap van Unasur in 2013-2014 legt bijzondere verplichtingen op het directoraat Cultuur. Als prioriteit zal ondernemerschap binnen de creatieve industrie gestimuleerd worden ten einde deze sector zo min mogelijk afhankelijk te maken van de overheid. De verschillende rapporten en programma’s van de afgelopen jaren zullen aan een evaluatie worden onderworpen. Het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling roept een ieder op om niet aan de kantlijn te staan, maar waar mogelijk een bijdrage te leveren aan ons onderwijs ten faveure van onze jeugd. Het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling staat voor een ieder open en is bereid met een ieder samen te werken aan de verbetering van het onderwijs. Het Minov heeft de plicht om te ondersteunen bij de ontwikkeling van onze burgers, opdat wij die bijdrage kunnen leveren voor de totale ontwikkeling van ons geliefd Suriname.
Op de ouders doet de minister een beroep om ook de begeleiding van hun kind of kinderen nauwgezet ter hand te nemen en regelmatig contact met de school te onderhouden.
Ouders/verzorgers’ moeten hun kinderen en onze tieners zoveel mogelijk stimuleren om zich bezig te houden in sferen die een positief effect hebben op hun studie en vorming.
Leerkrachten kennen hun verantwoordelijkheid. Vanwege hun deskundigheid zijn zij in staat de student te begeleiden naar een hoger niveau. Stelt u zich open en vervul die rol als begeleider, coacher en motivator van studenten. Gezamenlijk moeten wij werken aan de vorming van studenten. De minister spreekt de hoop uit dat de studieprestaties naar tevredenheid van ons allen moge zijn in het nieuw schooljaar.

error: Kopiëren mag niet!