Presidentiële stijl

Een Frans gezegde luidt: ‘par le choc des opinions nous arrivons a la sachesse’. Door de botsing der meningen komt men tot kennis. In Suriname eindigt een botsing van meningen zelden met goede kennis maar veelal met foutieve onvoldragen kennis en vaak met de uitwisseling van onvriendelijkheden. Men ziet een uitwisseling van gedachten namelijk als een soort strijd waaruit een van de partijen als overwinnaar moet komen. Het publiek, dat meestal van toeten noch blazen afweet, treedt daarbij op als scheidsrechter. Degene die het hardst heeft geschreeuwd, met de meeste overtuiging zijn beweringen heeft gelanceerd of die dingen heeft gezegd die men graag wilde horen wordt als overwinnaar aangewezen. Daarom gaan wetenschappers in ons land elke discussie uit de weg. We blijven daardoor een onwetend volk. De debatten in het parlement drukken hun stempel op onze wijze van redeneren. Veel valt daaruit niet te leren.
Afgelopen zondag vond, naar aanleiding van een televisie inbelprogramma dat door de president was gehouden om de meningen over zijn beleid te peilen, een interessante gedachtewisseling via de tv plaats tussen drie keien op staatsrechtelijk gebied namelijk dr. Hans Breeveld, dr. Boldewijn en oud-president drs. Jules Wijdenbosch. Dr. Breeveld vond het optreden van de president niet comme il faut. Hij had dergelijke zaken moeten overlaten aan het parlement eventueel aan zijn ministers. Hij beriep zich op de grondwet. Hij wordt daar niet voor betaald. Dr. Boldewijn beriep zich ook op de grondwet om het optreden wel degelijk staatsrechtelijk juist te achten. Hij citeerde uit de relevante grondwetsartikelen. Oud-president drs. Jules Wijdenbosch, de politicoloog, vond het op pragmatische gronden volkomen correct dat de president gebruik maakte van dit middel om de mening van het volk te peilen. Vreemd is dat geen van de discussianten zich afvroeg of de mensen die zich meestal uiten tijdens inbelprogramma’s waarvan het merendeel bestaat uit querulanten, onbenullen die hun stem graag willen horen, kortom mensen die geen toegevoegde waarde hebben voor de gemeenschap, wel representatief mogen worden geacht over wat het volk wel denkt. Het kompas van staat richten op deze mensen zal een eenrichtingsverkeer zijn, naar de klippen.
Het was de eerste keer dat ik meemaakte dat academici van naam en faam zich publiekelijk in een debat mengden en heb daar geweldig van genoten. Daarom besloot ik om ook een bijdrage te leveren niet door stellingname, maar om de lezers aan het denken te zetten. De toegevoegde waarde zal zijn: de andere debaters hebben alle drie een wetenschappelijke achtergrond maar zijn politiek gelieerd. Ik ben opleider. Met de Griekse wijsgeer Socrates zeg ik steeds ‘I cannot teach anyone anything, I can only make them think’. Ik tracht steeds de mensen iets wijzer te maken en niet te overtuigen van een vooraf ingenomen standpunt. Daarom tracht ik een probleem in de diepte en de breedte te onderzoeken. ( wordt vervolgd)
Mr.dr. W.R.W.Donner

error: Kopiëren mag niet!