Financiën gaat voor publiek/private benadering vrijstelling invoerrechten

De beslissing om de voorziening over de vrijstelling van invoerrechten voort te zetten zal bilateraal worden genomen. Er wordt een ‘public/private’ commissie benoemd die na de evaluatie voorstellen hierover zal doen aan de regering. Het Surinaams bedrijfsleven en Financiënminister Adelien Wijnerman zijn dit gistermorgen overeengekomen. Ferdinand Welzijn, voorzitter van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), zegt dat er een vervolgonderhoud gepland is voor volgende week, waarin het bedrijfsleven een presentatie zal krijgen van het ministerie betreffende de effecten van de invoering van de vrijstelling van invoerrechten. Het ministerie van Financiën verleende bij beschikking ondernemers vrijstelling van invoerrechten voor de import van bedrijfsmiddelen. De regeling gold voor 3 jaar, waarna die zou worden geëvalueerd door Financiën. In november 2010 vaardigde het ministerie deze maatregel af, die volgens bronnen de Staat USD 500 miljoen gekost heeft. Dit kwam doordat er geen omzetbelasting, consentrechten en invoerrechten zijn betaald.
De minister stopte de maatregel begin deze maand. Welzijn is het niet eens met de opvatting dat de vrijstelling aan invoerrechten de kostprijs voor de ondernemer in die mate verlaagt, dat de consument dat terug zou moeten merken in verlaagde prijzen. Welzijn zegt dat de maatregel integraal onderdeel vormt van een beleid gericht op het bevorderen van een goed investeringsklimaat. Hij voert aan dat de spin-off wel te merken zal zijn in verhoogde inkomsten voor de Staat. Kostprijsverlaging levert op termijn winstverruiming op, waardoor de afdrachten aan onder andere vennootschapsbelasting voor de overheid zullen toenemen. Welzijn zegt dat niet verwacht moet worden dat de maatregel direct zal leiden tot een daling in de prijzen van lokaal gefabriceerde goederen. Aan sommige investeringen zit er een afschrijvingsperiode van minstens 5 jaar, waarna men de productie kan draaien op winst.
Shyam Binda, voorzitter van de Associatie van Kleine en Middelgrote Ondernemingen in Suriname (Akmos), noemt het beleid van het ministerie ad hoc en onsamenhangend. Hij pleit voor meer transparantie en cohesie. Één onsamenhangende maatregel is volgens Binda het ondernemersonvriendelijk SGS preshipment-systeem, waarover nog steeds veel onduidelijkheid is. Hij hoopt dat de public/private aanpak resultaten zal opleveren voor de ondernemerswereld. De Akmos zal ook een rol te vervullen hebben in de commissie. Binda zegt dat de overige bedrijfslevenorganisaties, waaronder de Asfa (Associatie van Surinaamse Fabrikanten) en de VSB, daarvoor gepleit hebben. Tot nog toe werden alleen de Asfa, VSB en KKF door de overheid beschouwd als de officiële vertegenwoordigers van het Surinaams bedrijfsleven. Deze organisaties hadden daarom ook een stem in het Tripartiet Overleg (TO). Het is de bedoeling dat de Akmos opgenomen wordt in het Suriname Business Forum.

error: Kopiëren mag niet!