De aangekondigde kasreserve-verhoging van vreemde valuta van 45 % tot 50% moet beter uitgelegd worden door de governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), Gilmore Hoefdraad. Dat zegt John van Coblijn, NPS-voorzitter van de afdeling Paramaribo, in gesprek met Dagblad Suriname. ‘Ik denk dat dit stukje heel goed moet worden uitgelegd vooral als ik begrijp dat men over die verhoging van 45% naar 50% controle probeert te krijgen. Tot nu toe hebben de banken de kasreserve zelf mogen administreren en zijn de banken heel goed en verstandig ermee omgegaan. Ik weet niet waarom de CBvS vindt dat ze nu een begin moet proberen te maken om controle te krijgen over de kasreserve. Dat is een kwalijke zaak. Ik denk niet dat we de Surinaamse economie moeten socialiseren zoals in andere landen. Ik ben een voorstander van een goed beleid, waarbij sociale voorzieningen fatsoenlijk moeten worden gecreëerd voor achtergestelden in de samenleving, maar ik weiger te accepteren dat de CBvS controle moet hebben over vreemde valuta dat bij de banken is gestort’, zegt Coblijn.
Een tweede kwalijke zaak volgens Coblijn is de administratieve rompslomp, die vooraf gaat bij valuta-aankopen. Hij vindt dat een ieder op een normale manier moet kunnen beschikken over vreemd geld, vooral over de Amerikaanse dollars, omdat er sprake is van een vrije markt. ‘Mensen moeten elk moment kunnen beschikken over valuta.’ Coblijn vindt dat de regering een goed beleid moet voeren samen met de CBvS, dat goed aansluit op de productie van Suriname en dat de bevolking de kans biedt om zichzelf te ontwikkelen op hoog niveau.
Seshma Bissesar
