Kort voor het aantreden van de regering Bouterse-Ameerali ontstond grote ongerustheid bij financieel deskundigen over de koers die de nieuwe regering zou opgaan met betrekking tot het monetair beleid. De NDP heeft immers steeds bewezen een expansief uitgavenbeleid voor te staan om haar populistische idealen te verwezenlijken. Zelden is rekening gehouden met lange termijn monetaire consequenties.
Groot was de opluchting toen bekend werd dat niet de traditionele NDP-loyalisten, maar mw. Wonny Boedhoe en de heer Gillmore Hoefdraad de monetaire dienst mochten uitmaken. Geruggensteund door deze opluchting wist Hoefdraad zijn on-Surinaamse bezoldigingseisen onmiddellijk goedgekeurd en verdedigd te krijgen door het hoogste gezag in het land. Zowel de president als de vicepresident heeft in hoogst eigen persoon de bezoldiging van de governor verdedigd. Een precedent dat we nog jaren zullen tegenkomen. De verwachtingen van het monetaire koppel waren hoog. De IMF-econoom zou op zijn minst in staat geacht moeten worden om het beleid van Telting te consolideren. Niets blijkt nu minder waar. Het beleid van de governor straalt veel minder kundigheid uit dan verwacht en het blijkt ook nog in het web van de politiek te geraken. Verdraaiing van feiten zijn troef en de minister van Financiën, Adelien Wijnerman, is verworden tot een marionet onder toezicht van de Centrale Bank.
De aanhoudende daling van de monetaire reserves is steeds gebagatelliseerd door de Centrale Bank. Eerst is het volk uitgelegd dat het monetair goud uit strategische overwegingen is verkocht, ter voorkoming dat een waardedaling van de reserves zou optreden als gevolg van een prijsdaling. Dat de monetaire reserve daalde, werd ontkend, terwijl de cijfers op de website van de Bank anders bewezen. Toen in DNA de vraag werd gesteld waar de opbrengsten van de verkoop bleven, zweeg de Bank in alle talen en uiteindelijk werd minister Wijnerman een onsamenhangende tekst toegestopt die ze mocht voorlezen in het parlement; complimenten van de governor. Een week geleden is de leugen veranderd, de Centrale Bank meldde met trots dat haar interventie een succes is geweest. Welk doel zij zo succesvol heeft bereikt, is nog steeds onduidelijk. Feit is dat de parallelmarktkoers al behoorlijk de lucht ingaat en importeurs geen dollars kunnen vinden. De governor ging verder en zag spoken: de gemeenschap was zelf debet aan de schaarste aan dollars. Speculanten dwarsbomen het beleid. Een oud argument uit de jaren tachtig dat nu niet meer werkt. Het is bedroevend dat iemand die enkele maanden geleden hoog van de toren blies dat hij de “magische grens” van een miljard aan reserves had opgebouwd nu last krijgt van speculanten. In het afgelopen weekend is de governor weer op een andere gedachte gekomen. De schuld wordt nu geworpen in de schoenen van de banken. Die hebben het volk opgezadeld met goedkope leningen waardoor de importen van consumptieve goederen zijn toegenomen en de druk op de monetaire reserves verder omhoog schoot.
Het meest kwalijke van dit schouwspel is dat het beeld van de monetaire reserve continue wordt overtrokken waarbij wordt beweerd dat die genoeg zou zijn om vijf maanden import te financieren, en terloops wordt daarnaast vermeld dat de importen van de mijnbouwsector niet zijn meegenomen in de berekening. Een schaamteloos statistisch foefje waar de Bank zich voor zou moeten schamen. Wie de website van de Centrale Bank raadpleegt en met gepubliceerde cijfers de monetaire reserves in maanden import opnieuw berekent, komt tot een bedroevend resultaat van slechts vier maanden import. De baas van de Centrale Bank liegt alweer. De vraag is of president Bouterse nog steeds zo overtuigd is van de kundigheid en integriteit van zijn Superman uit Washington. Vier maanden import is nog lager dan het niveau in 2008 en gegeven het feit dat deze regering nog niet eens een kwart van haar voornemens heeft uitgevoerd, is dit niveau onvoldoende om de stabiliteit van onze munt te verdedigen.
NPS Voorlichtingsdienst