Kajakken van Belém naar Florida. Je moet een echte waaghals zijn om zoiets te doen. En dat zijn ze, de twee broers uit Canada. Graham Henry (22) en Russell Henry (21), gisteren aangekomen in Paramaribo voor een pauze van twee dagen. Terwijl ze genieten van een ‘djogo’ vertellen ze hun verhaal. Ze vinden het ‘awesome!’ hier te zijn, blij dat ze weer in een stad zijn beland. Meestal proberen ze uit te rusten in de steden die ze tegenkomen, maar het komt er vaak op neer dat ze druk bezig zijn die te verkennen en voorraden in te slaan. Oorspronkelijk zouden ze in 7 maanden van Venezuela naar Florida gaan. Aanleiding was een opdracht voor school, waarbij Russell een avontuurlijk trip moest bedenken. Bij het plannen bleek die afstand in 5 maanden te doen. Russell: ‘We wilden nog steeds 7 maanden reizen en besloten dus het noorden van Brazilië en de Guyanas (dus ook Suriname) op te nemen in onze planning. Het leek ons interessant.’ Nieuw startpunt werd de monding van de Amazonerivier. ‘De Amazone is bekend bij de mensen thuis. Als we daar zouden zeggen dat we in Paramaribo onze tocht zouden starten, zouden ze het niet snappen. De Amazone kennen ze wel.’
Het varen over de riviermonding was niet altijd even gemakkelijk. ‘Het begon met mooie stranden in Belém waar we heen zijn gevlogen, maar al gauw kregen we te maken met modderbanken en sterke stromingen. De monding van de Amazone is gigantisch en voor zover wij weten, zijn wij de eerste Westerlingen die met zo een bootje daar gevaren hebben’, zegt Graham. Ze zijn verrast door de enorme oppervlakte van de modderbanken. ‘Er zijn modderbanken van wel 2 kilometer breed. De kajaks zijn best zwaar (elk bevat voor tien dagen aan voedsel en drank) en soms moeten we die over de modder sjouwen, voordat we op vaste land komen. We hebben ook een paar keer in onze bootjes moeten slapen, omdat we niet aan land konden komen vanwege de modder. Als het eb is, is het meestal ook de tijd dat we gaan rusten namelijk. Die paar keer deden we dat maar op een modderbank en hebben we geslapen tot het vloed werd en ons weer laten meevoeren door het hoge water.’
Het kajakken zit de broers overigens in het bloed. Hun ouders hebben al heel lang een ‘outdoor store’, gespecialiseerd in kajakken. De bootjes, Betty en Elizabeth, waarin ze varen, zijn ontworpen door hun vader en zijn vernoemd naar hun twee jaar geleden overleden oma Elizabeth. Tijdens het kajakken is er niet zoveel te doen, behalve genieten van het landschap en praten met elkaar, aldus Russell. ‘Ik zing ook heel veel’, zegt hij lachend, ‘maar het is wel prettig dat ik de tijd heb om na te denken. Kijk, Graham heeft al een beetje zijn leven op orde. Hij weet dat hij advocaat wil worden en hij gaat na deze trip daarmee starten. Ik heb dat nog niet. Tijdens de 50 dagen die we nu bezig zijn, heb ik al enkele waanzinnige ideeën bedacht maar nog niks concreets. Dus ja, nadenken doe ik ook heel veel!’
Af en toe kregen de heren gezelschap. ‘Ja, we hebben haaien gezien en ook pijlstaartroggen. De haaien waren niet zo eng, want ze waren klein maar het blijft een eng gezicht, zeker in het donker als je bootje omringd wordt door haaienvinnen. Toch waren de roggen enger. Want als het donker was en je peddel kwam op het wateroppervlak, konden ze ineens heel agressief met hun staart erop slaan. Op die momenten heb je geen andere keus dan te kajakken met je armen zoveel mogelijk binnen boord!’
Echt levensbedreigende situaties hebben ze gelukkig nog niet meegemaakt. En voor het geval ze dat hebben, hebben ze een apparaatje bij zich wat ze een ‘in reach-device’ noemen, waar een SOS-functie op zit. Het geeft hen ook de mogelijkheid elke avond hun locatie op te daten en er een kleine tekst bij te zetten. Erg handig voor de familie thuis die de perikelen kunnen volgen op de website www.henrykayak.com.
‘We missen onze familie wel en onze vrienden ook. Maar we skypen regelmatig met iedereen. Soms, zeker als het heet is, dan dromen we weleens over de sneeuw, bier en chillen met onze vrienden.’ Niet alleen de hitte speelt hen parten. De heren kunnen niet zo goed tegen de muskieten en zitten onder de wondjes, zoutuitslag volgens hen. ‘Het is soms best zwaar. Dan ben je moe, is het warm en overal zijn er beestjes. We hebben echt niet zoveel beestjes in Canada! Dan kan het weleens zo zijn dat we geïrriteerd raken en dat op elkaar afreageren. We weten dan wel dat het komt door de omstandigheden en niet door elkaar. We prenten het elkaar dan in dat hoe erg het ook is waar we op dat moment door gaan, het alleen maar beter kan worden. Het kan altijd alleen maar beter worden!’