Het ministerie van Openbare Werken heeft een particulier die een illegale vuilstortplaats had gecreëerd op het Veerplein, fors beboet. De particulier die pas een terrein toegewezen heeft gekregen, heeft een bestaand gebouw afgebroken en als puin achtergelaten. Ook resten van bomen werden achtergelaten tot overmaat van ramp voor de buurtbewoners en ondernemers. In dit puin hadden ratten en ander ongedierte, die de hele buurt onveilig maken, de afgelopen periode hun huis gevonden. Nadat de ressortraadsvoorzitter Mohamedsafiek Radjab van Meerzorg hiervan melding maakte, toog een delegatie van Openbaar Groen onder leiding van Michael Nathoe en John Lecton naar de plaats waar een groot deel van de rommel terstond werd verwijderd in bijzijn van de eigenaar die een fikse boete kreeg van de milieupolitie.
De rest van het puin, dat voor een groot deel bestaat uit steen, wordt aan de oever gedumpt, zodat het perceel meteen wordt beschermd tegen de rivier. ‘Het is niet onze taak om dit te doen, maar wij hebben de verantwoordelijkheid op ons genomen, omdat de omgeving de dupe ervan werd. We hebben de eigenaar laten roepen zodat die ook kon zien wat er gebeurde en hij heeft zijn medewerking verleend. De rest moet hij zelf opruimen en daarvoor heeft hij ruim een week de tijd gekregen. De man zijn perceel loopt tot in de rivier dus hij zegt dat hij de oever gaat opvullen’, zegt Nathoe. Hij deelt mee dat Openbaar Groen vaak uitrukt voor gevallen waarbij burgers de dupe zijn geworden van illegale vuilstortplaatsen. Onverzorgde leegstaande percelen worden vaak gebruikt als dumpplaats voor vuil. Onderdirecteur John Lecton van Openbaar Groen zegt dat de districtscommissaris van Commewijne, Ingrid Karta-Bink, de hoofdverantwoordelijke is als het aankomt op het schoonhouden van bermen, grachten en in dit geval het Veerplein. ‘Het commissariaat heeft een eigen fonds. Daarom hebben ze de level 2 certificering gekregen. Wij zijn verantwoordelijk voor het geheel en hebben een ondersteunende rol. Dit werk had de districtscommissaris moeten doen’, zegt Lecton.
Seshma Bissesar