Assembleelid Harish Monorath van Nieuw Suriname blijft bij zijn eerder gedane eis: John Nasibdar dient af te treden als partijvoorzitter. De rechtszaak die de NS-assembleeleden Monorath en Premdew Lachman vorig jaar weer aanhangig hadden gemaakt tegen Nasibdar en zijn voorzitterschap, is nog steeds niet voorgegaan. Monorath laat Dagblad Suriname weten dat hun rechtsgevoel door dit lange wachten danig is aangetast. Voor beide parlementariërs staat een ding vast: met Nasibdar valt er niet meer te praten. De twee NS’ers blijven op het standpunt dat Nasibdar onrechtmatig het voorzitterschap van de partij uitdraagt. Ze hopen dat de rechtszaak vanwege de trage rechtsgang en het slepende partijconflict toch uitmondt in een minnelijke schikking.
Monorath zegt dat hij en Lachman nog in overweging hadden om delen van de partij over te brengen naar geheel nieuwe of bestaande structuren of met de gehele achterban een andere partij op te richten. De twee NS-toppers hebben afgezien van het laatste voorstel. “Wij zullen niet toestaan dat de NS wordt uitgehold en we zijn geen Nasibdar die de partij wil laten fuseren met een andere, zoals de BVD dat gedaan heeft.” Monorath maakt voorts duidelijk nooit onder Nasibdar te zullen functioneren, daar deze ooit gezegd heeft dat hij en Lachman zich aan hem moeten onderwerpen. Monorath: “Ik onderwerp mij alleen aan God. Ik oefen als advocaat en assembleelid een vrij beroep uit en hoef mij tegenover niemand te verantwoorden.” Ondertussen hebben Lachman en Monorath toch besloten formeel deel uit te maken van de oppositie. Dit betekent dat de meerderheid van de coalitie verder afgeslankt is naar 32 zetels. Dit heeft als consequentie dat bij vertrek van coalitieleden naar het buitenland in verband met dienstreizen, het quorumprobleem zich nog vaker dan nu het geval zich zal gaan manifesteren.