Sahara NV (Sranan alesi) heeft de oplossing voor de eeuwen oude gehaal en getrek die de boeren elk seizoen hebben met de verwerkers en de overheid. ‘Dat de boeren elk seizoen klagen dat ze verliezen lijden, is deels te wijten aan hun eigen gedrag. Men moet beter en efficiënter produceren, dan komt men zeker uit.’
‘De ene boer haalt ongeveer 7,5 ton per hectare en een andere weer 5 ton per hectare. Moet dan de schuld gegeven worden aan de overheid of verwerkers?’ Sahara NV, één van de oudste rijstbedrijven in Suriname die al 47 jaren de scepter zwaait in de sector, weet precies hoe de vork in de steel zit.
Wierin Bishesar, directeur/eigenaar van Sahara NV, beaamt dat de rijstsector gesubsidieerd moet worden, maar de aanpak moet anders geschieden. ‘Subsidie/ levy verlenen direct bij de export zal zorgen dat de export aantrekkelijker wordt gemaakt en de drang naar export steeds groter zal worden. Zo zal elke exporteur/verwerker en boerenorganisaties geïnspireerd raken om meer te willen exporteren. Dit model van subsidie zou alle betrokkenen ten goede komen, dus de exporteurs, verwerkers/opkopers, boeren en transporteurs.
‘De rijstindustrie is totaal in elkaar gestort, omdat er ongeveer 30 tot 40 jaren niet geïnvesteerd is in nieuwe machines die de kwaliteit van de rijst kunnen garanderen. Hierdoor is het heel moeilijk om op de wereldmarkt te concurreren met landen als VS, Thailand en Vietnam die ons met veel betere kwaliteit beconcurreren. Deze landen pakken hun strategie anders aan, waarbij gelijk bij de export de subsidies gegeven worden.’
Dit model wordt onder andere toegepast in Amerika, EU-landen, India en Brazilië.
Na de export gaan de exporteurs naar de douane/belastingen om hun levy te ontvangen. ‘Indien de overheid daadwerkelijk wilt dat Suriname de voedselschuur van de Caricom moet worden, moet men snel een beslissing nemen en een beschikking de deur doen uitgaan, zodat de export snel op gang kan komen. De exporteurs/verwerkers zullen harde garanties van de overheid willen hebben om zo de boeren een beter prijs te bieden en zekerheid te hebben dat de opgekochte padie geëxporteerd kan worden.’
‘Doordat de overheid rechtstreeks subsidies verleent aan de boeren is hiermee de export nog niet gegarandeerd. Door deze maatregel hebben wij een overproductie gehad van padie en de exporteurs/verwerkers vragen zich af waar de rijst naartoe geëxporteerd zal worden. Opeenvolgende regeringen zijn onvoldoende geïnformeerd geworden door de stakeholders in de sector die niet het juiste cijfermateriaal aan de regering presenteren.’
Bishesar is bereid tekst en uitleg te geven aan de overheid hoe de aanpak moet geschieden om de sector weer te laten floreren als het in de jaren 70 en begin jaren 80 was.
‘Door deze maatregel te treffen, zal de drang naar padie veel groter zijn. En de prijs wordt daadwerkelijk bepaald door vraag en aanbod. Op seizoenbasis zal dit de overheid 2/3 deel minder kosten aan subsidies dan dat men rechtstreeks de boeren zou geven.’
Een klein rekensommetje maakt hij op seizoenbasis: 20.000 mton x (USD75-USD100) = USD1.500.000-USD2.000.000 wat de overheid dus ongeveer SRD 5.025.000-SRD 6.700.000 zal kosten.
‘Dit is de meest aanvaardbare optie als het gaat om subsidies.
Guyana met dezelfde weersomstandigheden en situatie als in Suriname produceert 4x zoveel padie dan ons en concurreert ons in de Caricom en de Latijns-Amerikaanse markt. De vraag is hoe het daar kan en hier niet.’