Revelinio Landveld en Matheus Adipi gaan elk voor 4 jaar de bak in wegens diefstal met geweldpleging in het binnenland. Kantonrechter Marie Mettendaf achtte de feiten tegen elk wettig en overtuigend bewezen.
Het Openbaar Ministerie, vertegenwoordigd door Nirmala Maikoe, had tegen elk der verdachten op de afgelopen zitting een straf van 6 jaar geëist. Zij achtte brute beroving wettig en overtuigend bewezen. Als bewijsmiddel hanteerde de vervolging de verklaring van het slachtoffer. Op 28 augustus 2012 waren de daders het pand van de winkelier binnengestormd. Onder bedreiging van een vuurwapen mishandelden zij de slachtoffers. Één van de benadeelden herkende de verdachten positief. Uit de aangifte blijkt dat een lichtmotor door de rovers was uitgeschakeld. Niets vermoedend begaf de winkelier zich samen met een werknemer naar de motor om poolshoogte te nemen. Hierbij werd hij door de daders onder schot gehouden.
De verdachten ontkennen de beroving te hebben gepleegd. De vervolging vond het feit zeer ernstig. Tijdens de spiegelconfrontatie werden beide heren positief herkend. De vervolging achtte het feit tegen elk der verdachten wettig en overtuigend bewezen. Bij het bepalen van de eis hield het Openbaar Ministerie rekening met het feit dat beide verdachten first offenders zijn.
De raadslieden, Ansaar Guman en Georgette Leter, pleitten elk voor vrijspraak van hun cliënten. De verdediging vond slechts een getuigenverklaring voor een veroordeling niet voldoende. De getuige had bij de eerste verklaring niet aan de politie verteld dat de rovers vaak in de winkel kwamen om boodschappen te doen. Pas na de aanhouding van de verdachten wist de getuige bij de politie te verklaren wat de uiterlijke kenmerken zijn van één van de rovers. Dit wekte twijfels bij de raadsman.
De magistraat achtte het feit echter bewezen en legde elk een straf op van 4 jaar met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
Saskia Bandhan