Girjasing wil grootse herdenking opstand Mariënburg

VHP-parlementariër Sheilendra Girjasing van Commewijne wil dat de opstand van Mariënburg in 1902 groots wordt herdacht. Afgelopen dinsdag toog hij met een delegatie naar het monument van de Gevallen Helden om kransen te leggen, om op deze manier deze voor hem belangrijke gebeurtenis te herdenken. De parlementariër vindt dat dit deel van de geschiedenis te belangrijk is om er geen aandacht aan te besteden. ‘Onze voorouders hebben onder moeilijke omstandigheden arbeid verricht en hebben zich verzet tegen onderdrukking. Ik ben er trots op een afstammeling te zijn van deze mensen wiens namen hier staan’, aldus Girjasing. Het DNA-lid wil dat elke school deze dag herdenkt door het thema te behandelen in de klassen en ook kransen te leggen bij het monument. Hij zegt dat verschillende culturen zich hadden verenigd om de strijd aan te gaan tegen de onderdrukking van het kolonialisme en daarom deze dag ook extra gekoesterd moet worden. ‘We gaan deze dag in het vervolg beter organiseren. Samen met Stichting Vrienden van Commewijne en de Stichting Hindostaanse Immigratie kunnen we deze dag steeds op een speciale manier gaan herdenken. Dit deel van de geschiedenis moet leven en moet ook in het onderwijs worden opgenomen’, aldus Girjasing.
Momenteel is de Stichting Hindostaanse Immigratie bezig het massagraf te zoeken. Girjasing juicht dit initiatief toe en zegt dat zolang het graf niet wordt gevonden, de vermoorde mensen geen rust zullen hebben. ‘Deze mensen zijn op een wrede manier om het leven gebracht, waarna er ongebluste kalkpoeder op hun is gestrooid. Hun átma (ziel, red.) moet de nodige rust vinden en daarom moet het graf opgezocht worden’, meent Girjasing.
Chan Chotkan ondersteunt de mening van Girjasing en zegt het triest te vinden dat hard werkende mensen op een wrede manier de dood zijn ingejaagd. Chotkan meent dat er weinig aandacht wordt gegeven aan het gebeurde en vindt dat er meer moet worden gedaan om dit deel van de geschiedenis te blijven koesteren, om herhaling te voorkomen. ‘Het zijn allemaal Hindoestanen en Javanen met verschillende religieuze achtergronden die samen strijd hebben geleverd tegen onrechtvaardigheid. Zo een dag kan je niet zomaar laten gaan. Ik wil ook dat het graf wordt gevonden, zodat onze geschiedenis compleet wordt.’ Chotkan vindt dat de opstand van Mariënburg uitgebreid moet worden opgenomen in de historie van Suriname. Hij geeft Girjasing de volle ondersteuning om met meer informatie naar buiten te komen en dit gedeelte van de geschiedenis ook in het onderwijs te laten opnemen.
Seshma Bissesar

error: Kopiëren mag niet!