Het beroepsonderwijs heeft behoefte aan een integrale benadering door zowel overheid als bedrijfsleven. Dat wil zeggen dat de overheid als geheel zich meer betrokken zou moeten opstellen bij de richting waarin het beroepsonderwijs zich ontwikkelt, terwijl ook de financiering van de instellingen voor beroepsonderwijs struktureel beter zou mogen zijn. Van het bedrijfsleven dat het meeste directe belang heeft bij goed getrainde werkers mag een meer loyale opstelling worden verwacht, maar ook daarin kan de overheid een belangrijke rol spelen.
Zo vat minister Jim Hok van Natuurlijke Hulpbronnen de gedachtenwisseling samen die hij op woensdag 24 juli j.l. had met zijn collega van Onderwijs en Volksontwikkeling, Ashwin Adhin, en een afvaardiging van het Beroepsonderwijs. Het bezoek van de MINOV delegatie aan het Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen geschiedde op uitnodiging van minister Hok. Het doel was om samen na te gaan op welke wijze het beroepsonderwijs effectiever zou kunnen inspelen op de huidige en de toekomstige vraag naar competente beroepskrachten.
Minister Hok memoreerde dat het ministerie van NH al 2 jaren bezig is om jongeren ertoe te bewegen om gericht te kiezen voor een technisch beroep. Er zijn beroepen orientatiedagen gehouden in Nickerie en Wanica. Verder heeft het ministerie ook meegedaan aan meerdere Jongeren Informatiebeurzen en aan de Open Dag van de Algemene Middelbare school(AMS). Maar dat is allang niet meer voldoende.
De coordinatoren van het beroepsonderwijs waren het eens met de NH-minister dat het onderwijs moet inspelen op de huidige behoefte van de markt, terwijl de voorzienbare ontwikkeling van de economie verder richting gevend moet zijn. Maar goed onderwijs staat en valt met geld, vooral beroepsonderwijs, was de algemene opinie. Men is zich er overigens van bewust dat we in het beroepsonderwijs moeten uitgaan van de competenties die van de afgestudeerde worden vereist. Om hieraan invulling te geven is het belangrijk dat er meer informatie komt van zowel het bedrijfsleven als van de centrale overheid over de richting waarin de economie zich ontwikkelt. Alleen zo kan er een goede planning gemaakt worden voor het beroepsonderwijs.
Minister Hok deed de toezegging om andere ministeries bij de discussie te betrekken evenals het bedrijfsleven. Hij onderstreepte dat ons onderwijs ondersteunend moet werken naar onze nationale ontwikkeling en dat we er alles aan moeten doen om dat mogelijk te maken. Minister Adhin en zijn delegatie konden zich daarin volledig terugvinden. Alle partijen kijken terug op een vruchtbare gedachtenwisseling.