Op 19 juni 2013 werden L.W. en R.S. aangehouden wegens het overtreden van de wet verdovende middelen. L.W. verklaarde dat zij de buitenvrouw is van R.S. en dat de drugs van hem waren. Bij R.S. werd 3,9 gram cocaïne gevonden en bij L.W. vond de politie 0,9 gram. L.W. is schilder van beroep en hij vangt vissen voor de verkoop. Ook verkocht hij drugs. De verdachte R.S. verklaarde dat hij problemen had in het verleden en dat hij daarom rookte. Hij gaf ook aan dat de gevonden drugs van hem waren.
De drugsverslaafde M.S. verklaarde bij de politie dat hij drugs was gaan kopen bij R. S. Toen R.S. de politie zag aankomen, probeerde hij iets op het dak van het toilet te gooien. De politie kwam er achter en ontdekte dat het om drugs ging. R.S. vertelde de rechter op de eerder gehouden zitting dat hij de drugs op de markt kocht en dat hij SRD 400 winst zou maken.
Op 20 juni was R.S. al gehoord. Hij had de verklaring al gelezen en getekend. Gisteren verklaarde de verdachte iets anders. Hij verklaarde dat hij elke week naar de markt gaat bij een aantal Creoolse jongens. Vervolgens wordt het spul thuis verpakt.
L.W. beweerde dat zij de drugs onder dwang heeft verkocht. Zij werd op 19 juni 2013 in verzekering gesteld en op 25 juni weer vrijgelaten. L.W. heeft een 4 maanden oud kleinkind voor wie ze zorgt al vanaf de geboorte. Daarom vroeg zij aan rechter Ramnewash om haar vrij te laten.
Officier Rashree Koendan eiste tegen L.W. een straf van 12 maanden, waarvan 5 voorwaardelijk met aftrek, een proeftijd van 3 jaar en een boete van SRD 1.000 of 1 maand hechtenis. De officier eiste voor R.S. een straf van 12 maanden met aftrek, een boete van SRD 1.000 of 1 maand hechtenis. Rechter Albert Ramnewash veroordeelde R.S. tot 12 maanden straf met aftrek, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, een proeftijd van 3 jaar en een geldboete van SRD 750 of 1 maand hechtenis. L.W. werd gevonnist tot 5 maanden voorwaardelijke straf en een proeftijd van 3 jaar.
