“Gendergelijkheid is een kwestie van mensenrechten. Deze kan slechts bestaan wanneer mannen en vrouwen hetzelfde niveau van macht beleven, wanneer de verschillende rollen die zij spelen en het verschillende werk dat zij doen gelijk worden gewaardeerd en wanneer beiden in gelijke mate kunnen bijdragen aan en profiteren van politieke, economische, sociale en culturele ontwikkeling.” Met dit citaat uit het ontwikkelingsplan 2012-2016 “Suriname In Transformatie” begon minister Soewarto Moestadja van Binnenlandse zaken zijn toespraak bij de certificaatuitreiking van de basis gendertraining op de vos-scholen.
Het belang van gendergelijkheid voor een duurzame ontwikkeling van Suriname kan niet genoeg worden benadrukt. Om dat gegeven tot een ieder te laten doordringen, is het in eerste instantie noodzakelijk om een ieder kennis te laten opdoen van de inhoud van de begrippen gender en de aan gender gerelateerde termen. De opgedane kennis kan ervoor zorgen dat de leerkrachten en leerlingen van de scholen die aan de basis gendertraining hebben meegedaan, zelf kunnen beslissen op welke wijze zij hun bijdrage willen leveren om gendergelijkheid te bereiken.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken, met name het Nationaal Bureau Genderbeleid, heeft een leidende rol in het verder ontwikkelen, uitvoeren en uitdragen van het nationaal genderbeleid. Hij is op grond daarvan verantwoordelijkheid voor de spreiding van kennis die gender en gendergelijkheid aangaat. Het Nationaal Bureau Genderbeleid heeft er bewust voor gekozen om scholen te betrekken in het uitdragen van die competentie. Dit, omdat scholen het medium bij uitstek zijn om gendergelijkheid te verkondigen.
In de afgelopen periode hebben verschillende leerkrachten van vijf scholen de basis gendertraining gevolgd. Deze scholen zijn het Mr. Dr. J.C de Miranda Lyceum, de scholengemeenschap Lelydorp, het Instituut voor Middelbaar Economisch en Administratief Onderwijs, Scholengemeenschap Tamanredjo en VWO 4.
Het bereiken van gendergelijkheid is volgens de minister niet alleen goed voor de persoon zelf, het is tevens een voorwaarde voor een duurzame ontwikkeling van Suriname. Minister Moestadja sprak de hoop uit dat er in de toekomst meer scholen aan de door het Nationaal Bureau Genderbeleid aangeboden basis gendertrainingen zullen meedoen. Ook hoopt hij dat zijn collega, de minister van Onderwijs en Volksontwikkeling, aan de basis gendertrainingen een structureel vervolg zal geven door het in het onderwijscurriculum op te nemen, om te beginnen bij de pedagogische academies waar studenten tot leerkrachten worden opgeleid.