Na een lange voorbereiding is door het ministerie van Sozavo en de regering aan het parlement voorgelegd aan wet die de opvanginstellingen die in Suriname zijn toegenomen zal reguleren. Het nieuw aan deze wet is dat het kwaliteitsstandaarden zal introduceren, waaraan opvanginstellingen in Suriname zullen moeten voldoen. De conceptwet omvat een ander novum: een Landelijk Register Opvanginstellingen (LRO). Toegestane registratie in dit register betekent dat de instelling (exploitant) voldoet aan de krachtens de wet ingestelde kwaliteitsstandaarden.
Kwaliteitstandaarden
De conceptwet bepaalt dat bij of krachtens staatsbesluit de kwaliteitsstandaarden voor de opvang van groepen van personen moeten worden vastgesteld. Deze kwaliteitsstandaarden moeten betrekking hebben op bijvoorbeeld het aantal personeelsleden, de bekwaamheid en de geschiktheid van de exploitant en het overige personeel. Verder moet het gaan om de ruimtelijke voorzieningen en het registratiesysteem van de cliënten. Belangrijk zijn ook de programma’s voor stimulatie, verzorging, educatie, en het daarbij te gebruiken materiaal en de programma’s voor participatie van ‘het eigen milieu’. De standaarden moeten verder betrekking hebben op de hygiëne en de verzorging van de gezondheid en de vrijheid van cliënten, de veiligheidsaspecten in de opvanginstelling, de bereikbaarheid van de opvanginstelling en de privacy van cliënten.
Aanmelding registratie
De wet zal bij aanname maken dat het verboden wordt om een opvanginstelling te exploiteren zonder ingeschreven te zijn in het LRO. Degene, die een opvanginstelling wenst te exploiteren, dient zich aan te melden bij de Controledienst (speciale controle-eenheid ten behoeve van de specifieke doelgroepen) voor de specifieke doelgroep. De Sozavo-minister publiceert de aanmelding binnen 1 maand in het Advertentieblad en in minimaal 2 kranten. Het publiek mag schriftelijk bezwaar aantekenen. De conceptwet vermeldt wat bij de aanmelding ingediend moet worden. Het gaat om bijvoorbeeld persoonlijke gegevens en een bewijs van goed gedrag. Ook moet men informatie verschaffen over het aantal cliënten en de leeftijdsopbouw, de toelatingseisen, de openingstijden, de ligging, en het bouw- en inrichtingsplan. Verder moet men overleggen een schriftelijke visie en pedagogisch of agogisch beleidsplan, een schema voor deskundigheidsbevordering van het personeel en een model voor methodiek-, werk- en deskundigheidsontwikkeling. Daarnaast moet men bescheiden overleggen over de participatie van de thuisomgeving, medezeggenschap van de cliënten, klachtbehandeling, het aantal personeelsleden alsook de vereiste opleiding en ervaring, een rampenplan, medische keuring van het personeel en de hoofdverantwoordelijke.
Afhandeling en strafblad
De Controledienst controleert binnen 4 maanden of de opvanginstelling voldoet aan de kwaliteitsstandaarden. Voldoet de opvanginstelling en zijn er geen bezwaren, dan wordt de opvanginstelling ingeschreven in het LRO. Wijst de minister inschrijving af, dan wordt dit schriftelijk met de redenen medegedeeld aan de aanvrager. Bij een afwijzing mag men bij de president in beroep gaan binnen een maand. De president beslist binnen 3 maanden. Heeft de hoofd- of medeverantwoordelijke een strafblad, dan moet volgens de conceptwet de inschrijving in het LRO worden afgewezen.
Infrastructuur
De wet introduceert het LRO dat openbaar is. Verder worden voor toezicht op de specifieke doelgroepen, betaalde commissies ingesteld. De leden van de commissies worden door de minister benoemd voor een periode van drie (3) jaren.
Correctie
Indien na inspectie door de controledienst blijkt dat de kwaliteitsstandaarden niet of in onvoldoende mate worden nageleefd, dan geeft de wet aan de Sozavo-minister de bevoegdheid om een schriftelijke aanwijzing te geven. Daarin worden opgenomen de punten waarop de kwaliteitsstandaarden niet of in onvoldoende mate zijn nageleefd en de te nemen maatregelen. In de aanwijzing moet de minister ook een termijn aangeven waarbinnen de correcties moeten plaatsvinden. Deze termijn kan indien nodig verlengd worden.
Afschrijving
De conceptwet geeft aan dat geregistreerde opvanginstellingen naderhand ook verwijderd kunnen worden uit het LRO. Dit kan het geval zijn als de exploitant niet langer de opvanginstelling exploiteert of indien de opvanginstelling niet of niet meer voldoet aan de bij staatsbesluit vastgestelde kwaliteitsstandaarden. De verwijdering vindt ook plaats indien 3 maanden na inschrijving in het LRO geen aanvang is gemaakt met de exploitatie van de opvanginstelling. Verder kan de verwijdering uit het register plaatsvinden indien de exploitant de aangewezen maatregelen uit een schriftelijke aanwijzing (bij het niet voldoen aan de kwaliteitsstandaarden) niet binnen de gestelde termijn nakomt. De conceptwet verstaat onder opvanginstellingen ‘een ruimtelijke voorziening waar al dan niet tegen een vergoeding aan meer dan 5 cliënten gedurende (een deel of delen van) de dag (duurzame) opvang, begeleiding of ontwikkelingskansen worden geboden’. Instellingen met minder dan 5 cliënten zouden dus buiten de werking van de conceptwet vallen.