Vandaag is voor aanname in DNA op de agenda gepland de goedkeuring van Suriname’s toetreding tot een protocol, dat hoort bij het oprichtingsverdrag van Unasur. Protocollen zijn doorgaans aanvullingen op bestaande verdragen en worden in het internationaal recht over het algemeen ook behandeld als verdragen op zich. Landen moeten zich daarover derhalve weer uitspreken en verplichtingen accepteren na ratificatie. Het protocol heeft als doel de democratische rechtsorde en instituten in de lidlanden van Unasur te beschermen. Volgers van de regionale politiek zouden direct aanvoelen dat dit protocol iets te maken zou kunnen hebben met het in gevaar brengen van de rechtsorde in Ecuador enige jaren terug en inderdaad is dat ook het geval. De directe aanleiding voor de aanname van dit protocol was de poging van politieagenten om de president van Ecuador in september 2010 af te zetten, nadat er rellen waren uitgebroken tussen de politie en het leger. De oorzaak van die rellen was een korting op politiesalarissen toen in het Zuid-Amerikaans land. Het protocol bepaalt dat in geval van zo een inbreuk op of bedreiging van de democratische orde of een schending van de grondwettelijke orde de Raad van Staatshoofden van Unasur of de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken maatregelen kan treffen teneinde de democratische orde te herstellen. Deze maatregelen kunnen de staatshoofden of de Buza-ministers steeds nemen bij elke situatie die de uitoefening van de legitieme regeermacht in gevaar brengt. Om de maatregelen te nemen, is nodig een buitengewone vergadering. De getroffen Staat kan verzoeken om deze maatregelen, maar de staatshoofden/Unasur zou ook uit eigen initiatief (verzoek van een andere Staat) kunnen handelen.
Het protocol stelt in dit kader dat het respect voor de soevereiniteit en territoriale integriteit van de betreffende Staat bij de toepassing van de maatregelen, waartoe de staatshoofden of de Buza-ministers besluiten, gegarandeerd dienen te zijn. Dit betekent dus dat militaire interventies niet tot de standaardmogelijkheden zal kunnen behoren. Suriname kan toetreden tot het protocol, maar het ook laten voor wat het is. Bij niet accepteren van dit protocol betekent het dat Suriname deze bevoegdheid van Unasur-ingrijpen bij een inbreuk op de grondwettelijke rechtsorde (zoals een staatsgreep of een gewapende interventie van militairen) niet accepteert. Uit de bedoeling om het protocol aan te nemen, destilleren wij dat de Surinaamse regering wel voorstander is van Unasur-ingrijpen bij een grondwettelijke calamiteit. Dat is dus een teken dat de politiek in Suriname, ongeacht aan welke uiterste van het politiek spectrum je het ook zou bekijken, een eventueel militair karakter al ontgroeid is. Met de aanname van dit protocol vooral door de huidige regering, waarin exponenten van twee Surinaamse staatsgrepen zitten, zou een signaal ook worden gegeven dat afstand wordt gedaan van enige eventueel aanwezige mogelijkheid om al dan niet gewapenderhand de grondwettelijke rechtsorde te verstoren. Officieel wordt toegelicht dat het protocol de mogelijkheid voor Suriname creëert om de democratie op het Zuid-Amerikaanse continent te helpen bevorderen en het respect voor haar eigen democratische samenleving te vergroten. De Zuid-Amerikaanse naties hebben met heel weinig uitzonderingen bijna allemaal een duidelijk militair verleden. Met dit protocol zendt Unasur ook een signaal af naar de internationale gemeenschap dat de landen daarin steeds willen koersen naar versterking van de democratie en het welzijn in de samenlevingen op een andere wijze wil bewerkstelligen. Het oprichtingsverdrag van Unasur vermeldt trouwens dat onvoorwaardelijk respect voor mensenrechten de basisvoorwaarden zijn voor de opbouw van een gezamenlijke toekomst van ·vrede en economische en maatschappelijke voorspoed. De basis van het protocol is de Unasur-verklaring die na het incident in Ecuador in oktober 2010 in een buitengewone vergadering was aangenomen te Buenos Aires. Daarin hebben de staatshoofden een verplichting op zich genomen althans het belang benadrukt van het handhaven van de democratie in de Unasur-landen. Inherent aan het protocol is de verplichting van de Unasur-regeringen om de democratische orde, de rechtstaat en haar instituties, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, inclusief de vrijheid van meningsuiting en openbare meningsuiting, als essentiële en noodzakelijke voorwaarden te beschermen en te waarborgen. De lidlanden zullen gezamenlijk via hun staatshoofden of Buza-ministers de maatregelen in overweging nemen “in geval van verstoring of een dreigende verstoring van de democratische orde, het schenden van de constitutionele orde of iedere mogelijke situatie die een gevaar vormt voor het wettig uitoefenen van het gezag en het van kracht zijn van democratische waarden en principes”. De Buza-ministers handelen pas wanneer de staatshoofden verhinderd zijn. Een maatregel die Unasur kan nemen, is onder andere het opschorten van het recht om te participeren in diverse organen, instanties en hoge functies van Unasur, het recht om te genieten van de rechten en voorrechten, genoemd in het oprichtingsverdrag. Het kan ook inhouden het gedeeltelijk of geheel sluiten van de landsgrenzen, inclusief het opschorten en/of beperken van de handel, het lucht- en zeeverkeer, communicatie, energievoorziening, diensten en overige leveringen. Voorts kan de Unasur als maatregel bepleiten dat de betreffende Staat in andere regionale en internationale organisaties wordt opgeschort of dat derde regionale blokken rechten en/of voordelen die de getroffen Staat geniet op grond van samenwerkingsverdragen opschort. Het protocol noemt ook als maatregel het goedkeuren van aanvullende politieke en diplomatieke sancties. Naast deze maatregel zullen de Unasur-landen hun ‘goede diensten’ aan de getroffen Staat aanbieden tot herstel. Een vraag die aan de orde is, is in welke mate onder een van de limitatief opgesomde maatregelen een gezamenlijk Unasur-leger de vrede zou kunnen helpen handhaven of de orde zou kunnen helpen herstellen, al dan niet met bijvoorbeeld no fly zones. In elk geval moet gezegd worden dat dit protocol een signaal is van de Zuid-Amerikaanse politiek – waarvan een deel als radicaal wordt bestempeld – ten aanzien van de waarde van democratie en alles wat daarmee samenhangt. Politieke inzichten die vandaag of dezer dagen aan de orde komen, zouden ons echter wellicht kunnen verrassen.