Tussentijdse evaluatie Project Ouderparticipatie

Op zaterdag 12 juli vond in de zaal van het Blindencentrum een bijzondere bijeenkomst plaats. Het in maart van dit jaar gestarte Minov-project “Ouderparticipatie” werd onder de loep genomen door de trainers van Stichting Projekten die vanaf maart actief bezig zijn op 46 scholen. De activiteit is gericht op het vormen van oudercommissies op alle betrokken scholen, maar inmiddels is duidelijk dat heel wat tussenstappen genomen zullen moeten worden.
De ontmoetingen met de ouders verlopen niet allemaal zonder slag of stoot. Veel ouders hebben grote moeite om op een prettige manier met hun kinderen om te gaan, laat staan dat er sprake is van liefdevol opvoeden. ‘Eenoudergezinnen, financiële problemen, huisvestingsproblemen, ziekte, moeizame communicatie tussen de (schoon)ouders en de moeder, kortom, de problemen waar de opvoeders, meestal de moeders voor staan, zijn niet gering.’
‘En toch moeten ouders proberen’, aldus psychologe Meriam May, ‘om tenminste 5 minuten per dag positieve aandacht aan hun kind te schenken’. ‘En ouders moeten geduld hebben. Als een kind van 9 jaar verkeerd gedrag vertoont, reken er dan op dat minstens 9 maanden bewust positief opvoeden en liefdevol corrigeren nodig zijn om het ongewenste gedrag om te zetten in gewenst gedrag!’
Meriam May trad op als inleider en gaf inzicht in het positief opvoeden waarvan de sleutelwoorden zijn ‘liefdevol’ en ‘consequent’. “Ouders moeten voorspelbaar zijn”, aldus May. “Kinderen moeten weten waar ze aan toe zijn.”
De tweede inleider was Fred Lenne die als trainer zijn sporen meer dan verdiend heeft. Lenne sprak over de dynamische driehoeksrelatie tussen leerling, ouders en leerkracht (LOL). Deze relatie moet gebaseerd zijn op affectie, liefde voor de leerling (if I can not like them, I can not teach them), goede communicatie (zoeken naar overeenstemming) en vertrouwen. Zijn vaak kernachtige uitspraken troffen steeds doel bij de toehoorders.
Aansluitend werd aan de trainers gevraagd naar hun eigen ervaringen in de afgelopen periode. Aan de positieve kant werd opgemerkt dat een aantal ouders nu geleerd heeft het kind complimenten te geven, dat ouders vrijuit durven te praten over hun problemen thuis en daarbij ondersteuning van de andere ouders ontvangen en dat er groeiend vertrouwen is tussen de oudergroepen en de trainers. Aan de andere kant moet worden opgemerkt dat er vanuit de scholen niet altijd voldoende medewerking is en dat, vanuit ervaringen in het verleden, er niet voldoende vertrouwen in een goed verloop van het project is.
‘Geconcludeerd moet worden dat we er nog niet zijn met het instellen van een “Oudercommissie” op elke school. De aanwezigheid van een oudercommissie (alleen) zal geen oplossing bieden voor verbetering van gedrag en prestaties van (probleem)leerlingen. Eerst zal gesproken en gewerkt moeten worden aan oplossingsmodellen voor de serieuze opvoedingsproblemen die veel ouders hebben.’
Yvonne Caprino van  Stichting Projekten stak de trainers een hart onder de riem. “We gaan vol goede moed door en al zouden per school maar 10 ouders een betere verstandhouding met hun kinderen bereiken, dan nog zou het de inspanning waard zijn.”
Letitia Tjen-A Tak, projectcoördinatrice Stichting Projekten, dankte alle aanwezigen voor hun komst en hun positieve inzet, vooral ook Paul Redout van het Minov dat als opdrachtgever voor dit project verantwoordelijk is. Alle trainers verzorgen nog een training vóór de vakantie en in oktober wordt het pilot-project voortgezet.

error: Kopiëren mag niet!