Een honderd jaar nadat de manuscripten geschreven waren door de gebroeders Penard, zijn de documenten boven water gekomen door het bezoek van een Inheemse delegatie uit Suriname aan het begin van afgelopen mei naar Nederland. De gebroeders Penard waren Fransen die in vroegere Paramaribo werkten onder de bevolking. Zo kwamen ze in contact met de Inheemsen van boven Suriname, Cottica en de beneden Marowijne. Hun bedoeling was een Inheems woordenboek te maken. Helaas werden twee van de drie gebroeders het slachtoffer van toen heersende lepra. Hun ouders werden ongerust en aan het eind van de jaren twintig van de vorige eeuw, werd hij op de boot gezet richting de Verenigde Staten. Deze overgebleven broer stuurde in 1951 de goed bewaarde documenten terug naar Nederland.
Door toeval werd de documenten gevonden in 2002 in de Volkenkundemuseum in Leiden. Er werden 7000 manuscripten gevonden van de Penards. In de 2 weken tijd dat de delegatie uit Suriname verbleef, had men nog geen 100 manuscripten gezien en gelezen. De documenten bevatten tekeningen en verhalen van de Inheemsen uit Suriname. Het is nu de bedoeling om de documentatie te ontcijferen op de goede schrijfwijze en in de juiste context te plaatsen. Om de Inheemse gemeenschap bewust te maken van de gevonden documentatie van een eeuw geleden is er momenteel een delegatie van de Volkenkunde Museum in Suriname. Deze groep consulteert enkele dorpen in Suriname.
De Inheemse gemeenschap in Suriname volgt de ontwikkelingen van deze materie kritisch. Men wil het fijne van weten wat er precies geschreven is en door wie de vertellingen zijn gedaan. Daarom worden er deskundigen zowel van de Inheemsen als wetenschappers aan het werk gezet om het voorbereidingswerk te doen. Zo is op advies van de gemachtigden van de Inheemsen in Nederland het bezoek van de delegatie van Volkenkunde gerealiseerd. In 2011 was reeds een bezoek gebracht aan de universiteit in Leiden om de documenten te bezichtigen. ‘Om de documenten te ontcijferen, duurt het zeker 10-15 jaren’, zei een dorpshoofd. De manuscripten bevatten ook verhalen van de Lokono-gemeenschap.
Ook het sjamanisme werd beschreven door de gebroeders. Een van de broers was bijna een sjamaan geworden, maar de initiatie door de leermeester bleef uit. De presentaties werden door middel van power-point verzorgd. Voor verdere samenwerking is er tijdens het bezoek aan Nederland een ‘memorandum of understanding’ getekend tussen de Surinaamse delegatie en de universiteit en de Volkenkundemuseum van Leiden.