Het IMF heeft in zijn rapport benadrukt dat er positieve economische parameters zijn, maar tegelijkertijd gewaarschuwd voor uitdagingen en negatieve ontwikkelingen. Overheidsfunctionarissen hebben de neiging om blind te staren op de lovende delen van de bevindingen van de Article IV-missie. Voor de civil society is het van belang om steeds het totale beeld voor ogen te hebben, zonder positieve verdiensten te bagatelliseren. De IMF-missie concludeert samenvattend dat de economische groei in Suriname zich zal voortzetten, maar dat het tempo daarvan in 2014 zal afnemen. Er zijn significante risico’s wat betreft het economisch vooruitzicht van Suriname, vanwege o.a. de situatie rond de goudprijzen.Het IMF benadrukt weer de versterking van de begrotingssituatie en de belastinginningen en het belastingsysteem onder meer om buffers te kunnen aankweken voor moeilijkere tijden. Fiscale aanpassingen worden aanbevolen alsmede verhoging van de concurrentiekracht (competitiveness) van de economie. De begrotingspositie van Suriname is verzwakt vanwege de uitgaven, merkt het IMF op. Het instituut memoreert daarbij de verschuiving van een begrotingsoverschot naar een begrotingstekort van 4% van het bbp in 2012. De oorzaak is een ‘hoge sprong’ in de overheidsuitgaven. We herinneren ons hierbij buitensporige uitgaven, gepaard gaande met overfacturering en afwezigheid van openbare aanbestedingen. De begrotingsdruk werd groter begin 2013 door loonsverhogingen in december 2012 en de uitvoering van kapitaalintensieve programma’s. Het IMF weet dat er maatregelen zijn sinds maart 2013 om de uitgaven in te perken, maar een tekort kan niet lager dan rond de 3% van het bbp worden gerealiseerd. Opmerkelijk is de vaststelling van het IMF dat door het crashen van het digitaal systeem bij de douane het onduidelijk wordt om de betalingsbalans op te maken. Er zou naar schatting een daling van 1.5% van het bbp zich hebben voorgedaan in 2012, vanwege veel meer importen, de traditionele vermindering van valutaontvangsten beging van het jaar (2013) en verminderde exportinkomsten door gedaalde wereldmarktprijzen.
Het IMF kan op dit moment geen uitspraak doen over de korte termijn economische vooruitzichten van Suriname. Die zouden sterk afhankelijk zijn van de goudprijs; deze sector neemt immers 67% van de exporten en 13% van de belastinginkomsten voor haar rekening. Olie neemt 29% van de inkomsten voor haar rekening. Opmerkelijk is dat het IMF uitgaat van matige terugval in de goud- en olieprijzen in 2013 niet alleen, maar ook in 2014.Het bbp wordt geschat rond de 4% te zullen zijn in 2014. Het IMF voorspelt dat het begrotingstekort kan gaan toenemen in 2014 door de dalende marktprijzen. De betalingsbalans kan zich volgens het IMF verder gaan verslechteren, maar hogere inflaties en een zwakkere munt zullen niet het resultaat zijn.
Het IMF gebruikt ook een achteruitkijkspiegel en concludeert dat sinds 2000 (Venetiaan 2) vanwege beleid en marktprijzen er een opwaardering is geweest van de Surinaamse kredietwaardigheid door de erkende ratingbureaus. In dit kader noemt IMF ook afgenomen staatsschulden en een beheerst financieel beleid. Het IMF waarschuwt de regering voor de ‘significante’ daling van de goudprijs. Het IMF noemt de economische groei van 4¾ % in 2012, evenals in 2011, robuust en een van de hoogste in de regio, voornamelijk aangedreven door grondstoffenprijzen in het bijzonder door de goudprijs. Het IMF constateert dat de sectoren groot- en kleinhandel, bouw en constructie, transport en communicatie en financiële diensten noemenswaardig zijn gestegen. De goudexporten namen in 2012 toe, olie bleef min of meer gelijk, terwijl aluminium afnam. Het IMF praat ten aanzien van de oliesector over gelimiteerde reserves (‘limited reserves’) en in 2012 machinale problemen. Van dit laatste hebben wij als zodanig niets gemerkt in de afgelopen periode.De afname van de aluminiumprijs was grotendeels te wijten aan de lage marktprijzen.
Het IMF benadrukt dat de inflatie in 2013 zakte naar zeer lage ééncijferige niveaus. Een punt dat niet gauw aan de orde komt, is het feit dat recent de kredietverstrekking naar privaten (handel, huisvesting) gestegen is met 16¼ % in april 2013, vergeleken met een jaar terug. Het bankwezen boert goed in Suriname volgens het IMF en liquide problemen zijn onbekend. Lonen in de consumptieve sfeer zijn in 2012 gedaald van 8 naar ca. 6%, maar toch nog hoog vindt het IMF.
Op de lange termijn verwacht het IMF voor Suriname een matige economische groei, alleen als de marktprijzen een bepaald niveau handhaven. Het IMF tilt zwaar aan de uitvoering van de twee goud(uitbreidings)projecten tussen 2015 en 2017. Op middellange termijn kan een economische groei van rond de 4¾ % worden gehaald, ervan uitgaande dat de marktprijzen niet drastisch dalen en het financieel-monetair beleid niet afglijdt. De sectoren buiten goud en olie zullen volgens het IMF niet bijdragen aan de economische groei zolang geen verbetering plaatsvindt van het business klimaat in Suriname.
Het IMF wijst de Surinaamse regering erop dat de financiering van de participatie van Suriname in de 2 gouddeals de staatsschuld zal doen toenemen met 8% van het bbp in 2013. De Surinaamse participatie in goud stelt ons land meer bloot aan de fluctuaties van de goudprijs.Het IMF doet op basis van de geconstateerde risico’s een aantal aanbevelingen, waaronder aanpassing van het beleid. Bij aanvang van deze regeerperiode is een royaal betaalde president van de CBvS binnengehaald, die als deskundige ervoor zorg moet dragen dat er geen uitspattingen plaatsvinden. Gehoopt werd dat er een gelijkwaardigof een beter koppel dan Telting-Hildenberg zou ontstaan. De tijd zal uitwijzen of het huidige koppel gestand zal doen aan de standaarden die zijn neergelegd, maar duidelijk is nu dat het IMF heel duidelijk een aantal risico’s in haar laatste rapport heeft neergepend, meer dan dat het geval was in het voorlaatste. Macro-economen zullen die waarschuwingen en hun diepgang en reikwijdte op de juiste waarden moeten schatten. De waarschuwingen en de aanbevelingen van het IMF dienen serieus te worden genomen. Van de CBvS wordt verwacht dat ze samen met Financiën zich uitlaat over het enigszins toch wel verontrustend IMF-rapport.