Op 19 april 2013 werden A.F. en A.G. door de politie aangehouden nabij het westelijke gedeelte van de Ringweg. De politieagent die ter plekke was, gaf aan dat hij de 2 mannen gezamenlijk naast elkaar zag lopen. Verder zei hij dat de 2 mannen kletsnat waren, alsof zij over het kanaal hadden gezwommen. Een van hen had geen schoeisel aan en zij liepen heel snel. De agent reed hen tegemoet en hield hen aan. Na hen gefouilleerd te hebben, vond de politie niets bij A.F. Bij A.G. vond hij wel 2 mobieltjes, waarvan een BlackBerry en een Motorola en een gouden vingerring.
Deze 2 verdachten waren gevlucht, nadat zij een beroving hadden gepleegd aan de Derde Rijweg. In dit geval waren zij meteen gesignaleerd. A.F. zei dat hij niet samen met A.G. was en dat hij hem niet eens kende. Hij verklaarde ook dat zij gegooid werden op de grond waar het nat was, vandaar dat zij nat waren. Ook zei hij dat de agent loog voor hem. A.F. ontkende met AG. te zijn geweest en ook dat hij ‘Olie’ genoemd wordt.
A.G. noemde A.F. wel ‘Olie’, wat het vermoedens wekte bij de politie. Desondanks ontkent A.G. hem te kennen en dat zij samen liepen. Hij gaf ook aan dat hij onder druk van de politie moest liegen en dat zij zijn mishandeld.
De rechter stelde deze zaak uit tot 7 augustus 2013.