De economische vooruitzichten van Suriname zijn rooskleurig neergezet voor de middenlange termijn vanwege de op handen zijnde en verwachte investeringen o.a. in de mijnbouwsector. In het ontwikkelingsplan worden investeringen in relatie gebracht tot armoede, werkgelegenheid, bruto binnenlands product, economische groei en diversificatie van de economie. Recentelijk is het World Investment Report 2013 uitgebracht, waarin de stand van zaken wordt gepresenteerd met betrekking tot de ‘foreign direct investment’ (fdi) in Suriname. Fdi wordt ook wel vertaald als directe buitenlandse investeringen. Deze investeringen vinden plaats wanneer vreemd kapitaal direct geïnvesteerd wordt in de productie van een ander land, in dit geval Suriname. Dit kan gebeuren wanneer hier door buitenlandse financiers een bedrijf wordt opgestart – die “greenfields” worden genoemd – of wanneer een Surinaams bedrijf wordt overgenomen. Dit wordt meestal gedaan door bedrijven (private sector). Dit, in tegenstelling tot financiële instituten die indirecte investeringen doen zoals het kopen van grond of de aankoop van aandelen of obligaties. In het investeringsrapport wordt regionaal de landen gecategoriseerd. Suriname behoort tot de 8 landen in Latijns Amerika en het Caribisch gebied die minder dan USD 0.1 miljard fdi per jaar ontvangen in 2012. Opmerkelijk is dat geen van de overige 4 ‘most developed countries’ in de Caricom ( Trinidad, Jamaica, Barbados en Guyana) in voorkomen, alleen kleinere eilanden als Curaçao, Antigua and Barbuda, Grenada, Sint Maarten, Dominica, Anguilla, Montserrat en Aruba. Dat betekent dat Suriname in relatie tot de grotere Caricom-landen heel weinig investeringen in ontvangt. Trinidad, Bahamas en Cayman Islands behoren tot de landen in de 3de hoogste categorie die investeringen ontvangt tussen de 1 en 4.9 miljard USD per jaar. Binnen de Caricom behoren Trinidad en Bahamas tot de landen die het meeste aantal investeringen ontvangen. Opmerkelijk is dat in de volgende (4de) categorie tussen de 0.1 en 0.9 miljard USD per jaar aan investeringen zitten Caricom-landen als Jamaica, Barbados, Guyana, Belize, Haiti, Sint Vincent, Sint Lucia en Sint Kitts. Opmerkelijk is de aanwezigheid van Haiti en andere kleinere eilanden. De overige 4 MDC’s in Caricom zitten in de 3de en 4de categorie en Suriname in de laatste. Suriname is ook in de laagste klasse die minder dan 0.1 miljard aan investeringen in andere landen plegen. Deze categorie is groter en bestaat uit 22 landen. Trinidad is het enige Caricom-land dat in dezelfde categorie fdi-investeringen ontvangt en ook verzendt. Het land dat als hoogste investeringen pleegt is Trinidad en dat was in 2012 tussen de 1.0 en 4.9 miljard USD samen met Venezuela, Panama en Argentinië. In de 4de categorie zit Bahamas, de rest zit met Suriname in de laagste categorie. In het World Investment Report wordt aangegeven dat aan het einde van 2012 in totaal 10 ‘international investment agreements’ (internationale investeringsovereenkomsten; IAA’s) had gesloten of zou sluiten. Voor Antigua, Bahamas, Barbados, Belize, Cuba, Dominica, Guyana, Haiti, Jamaica en Trinidad met elk 12, 8, 20, 16, 61,12, 18, 11, 27 en 22 IIA’s. Duidelijk is uit het World Investment Report dat Suriname meer moet doen om meer investeringen vanuit de private sector uit het buitenland en privaat kapitaal aan te trekken. Het aantrekken van fdi heeft te maken met het politieke beleid en de politieke wil. Er moet meer gedaan worden dan beloven en plannen formuleren. De stap moet gezet worden richting daadwerkelijke maatregelen die investeerders aantrekken. Het Ontwikkelingsplan zegt dat het staat en valt met de betaalbaarheid ervan. De regering zegt vast te houden aan de mobilisatie van externe financiering (FDI en leningen), in het bijzonder voor de duurzame productie (agrarisch, industrie, toerisme). De regering streeft naar vergroten van besparingen voor toekomstige generaties: investeren in beleggingsinstrumenten met een hoog rendement, waardoor toekomstige generaties, ook bij het moeten ontberen van de natuurlijke rijkdommen, kunnen profiteren van eerder geaccumuleerde inkomsten uit deze sectoren. De regering zegt dat bij de nieuwe aanpak enkele instituten alsook de economische samenwerking in partnerschap centraal staan voor vijf groepen, waaronder private buitenlandse ondernemers. De regering heeft gepland dat met een investering van SRD. 23.082 miljoen (U$ 6.890 miljoen) in de komende vijf jaren een economische groei van SRD. 12.757 miljoen (U$ 3.808 miljoen) in 2012 naar circa SRD. 17.072 miljoen (U$ 5.096 miljoen) in 2016 bij een koers van SRD : USD = 3.35 : 1 kan worden gerealiseerd. Hiertoe moeten omvangrijke investeringen plaatsvinden middels het Publieke Sector Investeringsprogram (PSIP), de nationale private sector en buitenlandse ondernemingen, Foreign Direct Investment (FDI). Desalniettemin zegt de regering dat grote uitdagingen liggen in de mobilisatie van externe financiering (FDI en leningen), in het bijzonder voor de duurzame productie (agrarisch, industrie, toerisme).
Investeerders staan altijd rond de verkiezingscampagnes in Suriname in de rij om in Suriname te investeren. Politieke partijen beloven daarvan gebruik te zullen maken om de economie en de sociale welvaart te doen groeien. Na politieke winst blijkt dat de rij opdroogt. We zien dan geen investeerders die zorgen voor het opkomen van alternatieve economieën. Integendeel zien wij dat in rangschikkingen er geen bescherming is voor investeerders. Verder zien wij dat Suriname heel slecht scoort in de ‘ease of doing busines index’. De regering wil investeerders aantrekken, maar er is geen beleid om dat te bewerkstelligen. Het World Investement Report houdt de Surinaamse regering en de financiele autoriteiten in Suriname een speigel voor. Keer op keer blijkt dat de regering haar beleid moet omgooien. We hopen dat dit versneld gebeurt.