Revelinio L. en Matheus A. riskeren elk zes jaar cel wegens diefstal met geweldpleging in het binnenland. Het Openbaar Ministerie, vertegenwoordigd door Nirmala Maikoe, achtte tegen elk der verdachten beroving op een brute wijze wettig en overtuigend bewezen. Als bewijsmiddel hanteerde de vervolging de verklaring van het slachtoffer. Op 28 augustus 2012 waren de daders het pand van de winkelier binnengestormd. Zij hebben onder bedreiging van een vuurwapen de slachtoffers mishandeld. Een van de benadeelde herkende de verdachten positief. Uit de aangifte blijkt dat de winkelier een lichtmotor aan had. Middels een ruk aan een koord kon de motor worden uitgeschakeld. Dit touw was doorgesneden. Niets vermoedend begaf de winkelier zich naar de motor en de daders hielden hem daar onder schot.
De winkelier was samen met een arbeider. De verdachten ontkennen de beroving te hebben gepleegd. De vervolging gaf aan dat dit feit zeer ernstig is. De slachtoffers hadden de verdachten bij de politie uitgebreid beschreven. Tijdens de spiegelconfrontatie werden beide heren positief herkend. De vervolging achtte het feit tegen elk der verdachten wettig en overtuigend bewezen. Bij het bepalen van de eis hield het OM rekening met het feit dat beide verdachten first offenders zijn. Het OM eiste gelet op de ernst van het feit een straf van zes jaar met aftrek.
Saskia Bandhan