Op of rond de dag van vandaag herdenkt de grootste coalitiepartij de NDP haar oprichting. De laatste 3 herdenkingen staan bijzonder in het teken van het feit dat deze partij onder bijzondere omstandigheden in de positie is om te regeren en het aangezicht van Suriname te veranderen. De oprichting van de NDP staat in nauw verband met het moment waarop de behoefte naar politieke partijen en burgerlijke participatie ontstond rond het einde van het militaire regime in 1987. De NDP vloeit voort uit het gezag tijdens het militaire regime. Bij het memoreren van 26 jaar NDP – waarbij de partij meer dan de helft van haar huidige regeertermijn heeft doorlopen – is het van belang om na te gaan wat de partij gepresenteerd heeft aan het electoraat om bestuursmandaat te verkrijgen. Bij het sluiten van het regeerakkoord is niet aangegeven dat de NDP wat betreft de inhoud van het regeerprogramma concessies heeft moeten doen. Er is veel gekibbeld over wie hoeveel ministers- en directeurssalarissen mag opstrijken en ambassadeposten mag invullen. Bij de onderhandelingen draaide het alleen om salarissen, niet om beleid en daarom heeft men de president nooit kunnen tegenspreken toen hij stelde dat zijn medecoalitieleiders geen politieke visie hebben. Met het bovenstaande kan dus geconcludeerd dat wat het sociaaleconomisch beleid betreft de NDP als grootste partij de ruimte heeft (gehad) om in ruime mate de inhoud daarvan te beïnvloeden. Geconstateerd moet worden dat, gegeven de omstandigheid dat er geen pressie is geweest ten aanzien van het sociaaleconomisch beleid, de NDP de ruimte heeft om het beleid naar eigen inzicht uit te formuleren en uit te voeren. Als basis hanteren wij het programma van de Megacombinatie, waarin ook de NDP de drijvende factor is. De NDP heeft zo 9 topprioriteiten beloofd aan het volk die binnen de regeertermijn geïmplementeerd moeten zijn. Genoemd wordt onder andere optimalisering van het ambtenarenapparaat gekoppeld aan de creatie van werkgelegenheid in de private sector en adequate bezetting van menskracht. Tijdens Venetiaan 2 is het IDB-programma Public Sector Reform van de grond gekomen, maar het stuitte toen de aanbevelingen werden gedaan. Zo braaf als de aanbevelingen wilden, zullen Surinaamse ministers, DNA-leden en ambtenaren nooit worden. Die ijver, correctheid, degelijkheid en beschaving was on-Surinaams vonden de autoriteiten. Van een voortzetting of aanvang van een ambtenarenprogramma is niets te merken. Speciale programma’s om werkgelegenheid in de private sector te bevorderen door het klein en middenondernemerschap te bevorderen via belastingvoordelen en kapitaalvoorzieningen zijn er ook niet. Dit terwijl beloofd is door de combinatie dat een industriefonds binnen de 5 jaar zou worden opgezet ‘voor de financiering van nationale KMO-bedrijven tegen laagdrempelige soepele voorwaarden’. Dit fonds is nog niet aan de orde en een wetsvoorstel is nog niet beland bij de DNA. Een andere prioriteit is transformatie van het belastingsysteem. Men heeft beloofd te werken naar een systeem dat de nationale productie ondersteunt, dat is dus een ander belastingsysteem dan de huidige. Concrete stappen zijn nog niet gezet, maar er wordt wel jarenlang gesproken van een verschuiving van directe naar indirecte belastingen, waarbij dus middels afschrijvingen ondernemers niet overmatig belast worden. Een andere belofte is dat het onderwijssysteem hervormd zal worden. Er moet een accentverlegging plaatsvinden van onderwijzer naar leerling en van docent naar student en gericht worden op de nationale ontwikkeling. Deze ontwikkeling is niet direct te herkennen in het onderwijs. Er zijn wel maatregelen getroffen in het onderwijs, maar echte hervormingen zijn nog niet aan de orde. De hervormingen zouden onder meer moeten inhouden dat er een accentverlegging moest plaatsvinden van leren naar probleemoplossing, terwijl beheersing van de wiskunde en het gebruik van de taal opgestuwd moeten worden. Wat deze regering precies zal doen met bijvoorbeeld het 11-jarig basisonderwijsprogramma – dat wel een hervorming zou zijn – is wel bekend. Wat de NDP-combinatie ook heeft beloofd aan het electoraat is dat binnen de komende 5 jaren versnelde en gratis wifi-internet verbindingen gericht op het onderwijs zullen komen en de creatie van een verdiencapaciteit in een nieuwe
sector (E-commerce). Wifi-internet is door omstandigheden nog een groot probleem in Suriname in het algemeen; het is prijzig en bovenal te traag. Gratis wifi-verbindingen gericht op onderwijs is nog niet ter sprake. In de komende 5 jaren zou ook gewerkt worden aan de realisatie van een nieuw regeercentrum waarbij alle ministeries op één locatie zouden worden geconcentreerd. Dit punt – los van het feit of het noodzakelijk is – is helemaal niet aan de orde. Belangrijk is de belofte van het voorbereiden van een projectdossier voor het tot stand brengen van een zeewering ‘achter de parwabossen, waarop een tweede Oost-West snelweg zou worden geprojecteerd’. Een zeewering zien wij wel zitten, maar een realisatie moet vollediger vooral met het oog op klimaatsverandering en zeespiegelstijging. Heel interessant maar nog lang niet bij het punt van uitvoering is de belofte – in sommige opzichten wel zinnig – van ‘het tot stand brengen van een Zuid-Noord spoorwegverbinding tussen Brazilië en de Noordkust van Suriname’. Als negende punt van topprioriteit had de combinatie met de NDP als dominante partij de bouw van twee nieuwe zeehavens. De voorbereiding en implementatie zijn nog niet op de regeringsagenda, maar wat van belang is hier is ook de economische haalbaarheid. Het paarse verkiezingsprogramma waarmee de NDP regeermacht kreeg heeft naast deze 9 topprioriteiten nog tal van punten die nog verre van de implementatiefase zijn. Dit betekent dus dat in deze periode waar de NDP regeert, er een kloof bestaat tussen het beleid op basis waarvan regeermacht is verkregen en het beleid dat uitgevoerd wordt. Naast internationale rapporten die Suriname laag en soms hoger rangschikken zijn deze bevindingen een moment om de binding tussen het beleid en het electoraat te versterken.