Uit statistieken van de Centrale Bank van Suriname blijkt dat in de maand mei de reserves van de Centrale Bank van Suriname weer met USD 38,7 miljoen is gedaald. Sinds december 2012 is de reserve geslonken met USD 166,8 miljoen, van USD 1.008 miljoen tot USD 841,6 miljoen, een daling van 16,5% van de totale reserve in een half jaar. Ook is weer 17.000 troy ounces van de goudreserve verkocht, waardoor in drie maanden tijd 35% van de goudreserve is verkocht. De goudreserve die in maart nog 76.000 troy ounce bedroeg, is nu geslonken naar 49.000 troy ounces. In april werd 10.000 troy ounces verkocht, in mei was dat 17.000 troy ounces.
De waarde van de goudvoorraad is sinds december 2012 met 43% gedaald, van USD 123,3 miljoen naar USD 69,9 miljoen. In een reactie zegt lid van de commissie staatsfinanciën Asiskumar Gajadien dat de monetaire reserves inderdaad zijn gedaald. De commissie heeft volgens Gajadien ook steeds haar bezorgdheid geuit vanaf het moment van de daling. ‘We zien dat een dalende trend zich voordoet waar wij geen duidelijkheid over hebben. De regering komt nog steeds niet met een verklaring over deze trend en welke richting we tegemoet gaan en wat er met de staatsmiddelen gebeurt’, aldus Gajadien.
Gajadien zegt dat aan de ene kant het al een historische trend is dat in het begin van het jaar er een druk is op de huishouding van de staat, maar hierna vanwege de exporten het weer de goede kant opgaat vanwege de inkomsten. Dit is echter niet het geval nu en zijn de monetaire reserve en de goudvoorraden steeds afgenomen. ‘We zien dat de Centrale Bank van Suriname vanaf maart constant intervenieert, zonder dat de reden wordt gegeven. Er is ergens teveel geld in de samenleving terechtgekomen, zonder dat er is geproduceerd en dit baart ons zorgen, tenminste het uitgavenbeleid baart ons zorgen.’
Gajadien zegt dat de minister van financiën moet uitleggen wat er aan de hand is. De laatste keer dat de commissie een bijeenkomst had met de minister en de Centrale Bank was in maart. Er zou hierna een andere afspraak gemaakt worden, echter is de voorzitter van de commissie Rabin Parmessar komen uit te vallen, vanwege zijn benoeming als minister van Openbare Werken. De normale procedure voor het aanstellen van een nieuwe voorzitter is een maand. Gajadien zegt dat er echter niet zo lang gewacht kan worden, maar dat in het parlement een verklaring geëist zal worden van de regering. Intussen verneemt de krant ook dat de Staat achter is met het betalen van haar rekeningen voor diensten van zowel particuliere bedrijven als parastatale bedrijven. Zo zijn er betalingsachterstanden in het onderwijsveld en bij aannemers.
Dagblad Suriname trachtte hierover een reactie te krijgen van vicepresident Robert Ameerali en de financiënminister, echter zonder resultaat.
Seshma Bissesar