Parlementariër Sheilindra Girjasing vraagt zich af waar de mensen tegenwoordig de wijsheid vandaan halen om met voorstellen te komen die echt niet door de beugel kunnen. Dit is de eerste reactie van Girjasing op het voorstel van de adviseur van de president tevens voorzitter van de Green Hearts Foundation, Winston Wirth. Deze adviseur heeft naar de minister van Binnenlandse Zaken zijn visie gestuurd hoe heel gemakkelijk en snel gelden bij elkaar te rapen voor een monument. Wirth stelt hierin voor dat overheidsambtenaren elk SRD 200 moeten bijdragen voor de totstandkoming van een nationaal slavernijmonument.
De parlementariër zegt dat dit een duidelijk voorbeeld is van hoe mensen het aandurven om naast hun schoenen te lopen. Er zijn vele monumenten in Suriname opgezet door particulier initiatief, door eigen inzamelingsacties. Girjasing vindt het heel jammer dat ambtenaren voor het karretje worden gespannen en mogelijk zelfs verplicht worden gesteld om te betalen. Hij meent dat het voorstel niet goed is en daarom geherformuleerd dient te worden. Het voorstel van Wirht vindt hij zeer onacceptabel. Men mag immers niet zomaar van de ene dag op de andere aan het ambtenarensalaris gaan knagen. ‘Er zijn regels en wetten daarvoor gemaakt. Wirth dient dat toch te weten.’ Girjasing meent dat deze regering een intimidatiebeleid voert. Het is niet zozeer de president, maar meer nog de mensen om hem heen die steeds weer een scheve schaats rijden. Het wachten is nu op een publiekelijke reactie van de minister van Binnenlandse Zaken. Het advies van Wirth is immers aan minister Moestadja gericht. De parlementariër is van mening dat wanneer de organisatie een slavenmonument wil maken, men onder belanghebbenden en belangstellenden maar een inzamelingsactie moet houden.
Ronald Hooghart, voorzitter van de ambtenarenvakbond de CLO, meent dat er eerst met elkaar gesproken moet worden voordat er een eventueel besluit volgt om een bijdrage te leveren aan deze zaak. Maar zover zijn wij nog lang niet.