Ondernemers willen dat minister Adelien Wijnerman van Financiën de ingangsdatum van de Pre-Shipment Inspection (PSI) tot nader order verschuift. Deze ondernemers, bestaande uit vertegenwoordigers van de Suriname Business Forum (SBF), Associatie van Surinaamse Fabrikanten (Asfa), Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), Kamer van Koophandel en Fabrieken (KKF), Associatie van Kleine- en Middelgrote Ondernemingen (Akmos) en Algemene Aannemersvereniging (AAV), willen ook dat er duidelijkheid komt vanuit het ministerie en SGS voor wat betreft de procedures die het bedrijfsleven moet hanteren. Dit zal de overgang soepel laten plaatsvinden. Societe Generale de Surveillance (SGS) is het Zwitsers bedrijf dat de PSI zal uitvoeren voor de duur van 18 maanden.
De ondernemers willen dat de fysieke PSI-controle in het buitenland komt te vervallen en deze door de SGS in Suriname te laten uitvoeren. ‘Controle in het buitenland zal veel geld kosten’, zeggen ze. Alhier kunnen ze ook onze eigen douaniers opleiden en kwaliteit verhogen. Ook moeten de douaneambtenaren een betere salariëring krijgen. Verder willen de ondernemers dat de overheid een beroepsinstantie in het leven roept samen met de ingangsdatum. Deze instantie moet bestaan uit deskundigen die door de overheid en bedrijfsleven zijn voorgedragen. De PSI zal volgens de ondernemers de corruptiepraktijken bij import- en exportheffingen niet doen verdwijnen. Daarvoor moet de Anticorruptiewet ingevoerd worden.
Ook zijn de ondernemers niet eens met bepaalde criteria om in aanmerking te komen voor middelen uit het KMO (Kleine- en Middelgrote Ondernemingen) Fonds. ‘Ze hebben volstrekt niet het karakter van een stimulerings- of ontwikkelingsfonds. Het rentetarief van 9% is identiek of soms hoger dan de commerciële tarieven. Het geld is uit de overheidsbegroting, dus het hoeft niet geleend te worden op de financiële markt’, vinden de ondernemers. Er is volgens hen ook geen duidelijke omschrijving van de begrippen kleine en middelgrote ondernemingen, wat voor spraakverwarring kan gaan zorgen. Het fonds is geplaatst bij een commerciële bank en niet bij een ontwikkelingsbank.
De ondernemers stellen dat zij te allen tijde bereid zijn om samen met het ministerie zaken te bespreken en op lijn te brengen. Ze stellen voor om het SBF als overlegstructuur te gebruiken. Hierin is ook het ministerie van Financiën vertegenwoordigd.