De Tabakswet treedt vandaag in werking. Het is van belang dat de burgerij zich op de hoogte stelt van de inhoud in de eerste plaats en daarnaast ook de strekking van de wet. Daarnaast is het zaak dat de overheid constant de instituten en het bedrijfsleven informeert en begeleidt zodat de Tabakswet effectief blijft. Wat de strekking van de wet betreft: het gaat niet om het roken te verbieden maar om niet-rokers te beschermen. Zoals eerder aangegeven omvat het ontwerp twee gedeelten en een derde met betrekking tot de vaste strafbepalingen. De eerste twee delen betreffen het verbod van tabak roken in bepaalde limitatief opgenoemde ruimten en het aanprijzingsgedeelte. Uiteraard is aan het eerste deel gekoppeld een zorgplicht voor beheerders, uitbaters en bevoegden tot handhaving van de orde in deze setting. De plaatsen waar niet mag worden gerookt zijn limitatief opgenoemd, hetgeen betekent dat roken buiten die plaatsen toegestaan is. Het ligt aan de roken nu om te bepalen hoe hij zijn hobby of verslaving zal uitoefenen buiten die plaatsen. De antitabakswet is geen compleet verbod op het roken van tabak, omdat de wetgever niet diep wil ingrijpen in de levenswijze van burgers. Op bepaalde openbare plaatsen zijn burgers noodgedwongen om zich naar toe te bewegen, zoals het openbaar vervoer en particuliere lijnbussen. Maar waar burgers ook noodgedwongen zijn naar toe te gaan is het werk. Werknemers zijn nu beschermd tegen tabaksrook van collega’s, meerderen en clienten. De meeste plaatsen die op de verboden lijst voorkomen, zijn werkplaatsen en de Tabakswet draait in zekere zin dus ook ter bescherming van werknemers in het belang van productiviteit en harmonische gezinnen. Suriname heeft zich gecommitteerd aan internationale regels aangaande tabak en dat bij het uitblijven van maatregelen de Staat aangesproken kan worden. Publiek toegankelijke ruimten, werkruimten en in het openbaar vervoer in het algemeen moet beschermd worden. Openbare en particuliere werkruimten, kantoren en kantoorgebouwen en overheidsterreinen (overheidsgebouwen en gebouwen van de overheid), sport- en recreatieterreinen, onderwijsgebouwen, kinderopvang- en bejaardentehuizen, bedrijfsterreinen, fabrieken, opslagruimten, magazijnen, openbare transportterminals (zee, rivier, lucht, trein, bus), vliegtuigen, treinen, bussen en taxi’s hebben geen verzet ervaren. Hetzelfde geldt voor winkels, markten, shopping malls, openbare faciliteiten voor evenementen, bioscopen, theaters, musea, bibliotheken, buurtcentra, zalen, openluchtplaatsen en toeschouwersterreinen (cultuur, kunst, sport etc..). Voor tabaksontmoediging moet de VGZ-minister een orgaan in het leven roepen.
Die inwerkingtreding van de wet vandaag houdt in dat functionarissen belast met toezicht en opsporing van strafbare feiten, maatregelen kunnen voorstellen en proces verbaal kunnen aanzeggen wanneer overtredingen worden geconstateerd, met uitzicht op hechtenis, gevangenisstraf of boetes. De Tabakswet is een ingrijpende wet en zal in het publieke domein het gedrag van een aantal burgers behoorlijk beïnvloeden. Het gaat dan om rokers die niet zullen kunnen roken om elke plaats op elk tijdstip, maar het gaat ook om beheerders, eigenaren en toezichthouders van plaatsen in het publieke domein. Deze moeten immers het publiek aan de ene kant helpen beschermen tegen overtreders, maar aan de kant potentiële overtreders behoeden van het begaan van overtreding van de tabakswet. Ook de handel, bedrijven in de public relations, reclamebureaus, het openbaar vervoer en evenementorganisatoren in meest ruime zin moeten hun attitude naar tabak en tabaksbedrijven gaan aanpassen. De tabaksbedrijven zelf zullen ook moeten letten op de manier van aanprijzen en de verpakking van tabak. De tabakswet heeft een apart regime dat wordt geïntroduceerd dat te maken heeft met het reguliere leven van alledag. De nadruk lag bij de aanname van de wet bij de plaatsen waar er allemaal niet gerookt mag worden en de rokers, niet bij de daadwerkelijke uitvoering in de praktijk. Die zijn limitatief aangeduid in de goedgekeurde wet. Belangrijk is nu dat bij staatsbesluit de ruimte bestaat om regels vast te stellen voor de praktische uitvoerbaarheid van de wet. Nu draait het dus om de praktische uitvoering.
VGZ, het ministerie dat belast is met de uitvoering van de wet, moet de burgerij helpen om de wet na te leven en uit te voeren. De VGZ-minister moet regels vaststellen betreffende de aanduiding met betrekking tot het rookverbod, zoals op producten van de organisatie, middels borden en schermen. Ook met betrekking tot de plaatsing van de aanduiding dat roken verboden is moet de VGZ-minister bij beschikking regels maken en deze kennelijk ook publiceren. Overige voorschriften voor de richtige uitvoering van de wet kan de minister ook in een beschikking opnemen. We gaan ervan uit dat die beschikkingen al bestaan, zo niet moet het mnisterie haast maken. Personen die het beheer hebben over publiek toegankelijke ruimten waar niet mag worden gerookt, hebben verantwoordelijkheden neergelegd in de wet en daarvan moet men bewust zijn. De VSB moet helpen met het helpen uitleggen en uitvoerbaar maken van de wet. Bedrijven moeten in het algemeen zodanige maatregelen treffen dat de publiek toegankelijke ruimte rookvrij zijn. Werkgevers zijn verplicht zodanige maatregelen te treffen dat werknemers hun werkzaamheden kunnen verrichten in een rookvrije ruimte. Ook eigenaren van middelen van openbaar vervoer zijn volgens de wet verplicht zodanige maatregelen te treffen dat deze middelen rookvrij zijn. Wat die ‘zodanige maatregelen’ moeten zijn, verduidelijkt de wetgever met voorbeelden, maar laat het voor het overige over aan degene op wie de zorgplicht rust. In de eerste plaats geeft de wet als voorbeeld dat de persoon moet zorgen voor de naleving van de wet in zijn ruimte. Daarbij zouden wij denken aan het aanspreken van klanten, het aanmanen van overtreders en het op de hoogte stellen van klanten van de wettelijke regels waaraan hij gebonden is. Voorts is hij ingevolge de wet verplicht aanduidingen te plaatsen met betrekking tot het rookverbod in ruimten waar een verbod van toepassing is. Dit moet op een zodanige plaats geschieden dat de aanduiding zichtbaar is voor het publiek. Opmerkelijk is ook dat de eigenaar of beheerder ervoor moet zorgen dat er geen asbakken aanwezig zijn in de betreffende ruimten. De verantwoordelijk die handelt in strijd met de plicht tot het treffen van deze maatregelen kan gestraft worden met een hechtenis van ten hoogste 3 maanden of een geldboete. Met de opsporing van de strafbare feiten die het nalaten van het treffen van deze maatregelen opleveren, zijn belast de politie, maar ook speciaal daartoe door de VGZ-directeur aangewezen ambtenaren. We wensen de veranderde samenleving veel success met de naleving van de Tabakswet die vandaag ingaat.