De naschoolse opvang maakt in oktober een doorstart. Met een samenwerking tussen de ministeries van Onderwijs en Volksontwikkeling, Sport en Jeugd Zaken, Justitie en politie, Sociale Zaken en Volkshuisvesting en Volksgezondheid zal het geheel beter georganiseerd moeten worden. Een vernieuwde aanpak, zegt Melvin Bouva, voorzitter van de vaste parlementaire commissie van Onderwijs. Na de veel verontrustende signalen uit het veld is het project in commissieverband met stakeholders geëvalueerd. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat met name het programma beter georganiseerd moet worden.
Uit het oogpunt van de commissie van Onderwijs moeten kinderen niet alleen maar worden opgevangen, maar ook gevormd. Zowel het kabinet vicepresident als het ministerie van Onderwijs moet een actievere betrokkenheid hebben in het inhoudelijke. Bouva wil af van het negatief beeld. Hij pleit daarom ook voor een naamsverandering met eveneens meer inhoud. Met een bredere aanpak moet het lukken om de burgers te vormen die wij voor ogen hebben. Voor ouders, verzorgers, beleidsmakers en volksvertegenwoordiging moet het ook een geruststelling zijn dat kinderen op adequate manier worden opgevangen na 13.00 uur. Er is ruimte voor verbetering, zegt de parlementariër.
Bouva is wel tevreden over het aantal scholen en leerlingen dat landelijk deelneemt. Met de middelen en menskracht die wij inzetten om 55.000 kinderen op meer dan 200 scholen op te vangen, moet het mogelijk zijn de maximale output te krijgen. In het vervolg zal er regelmatig worden geëvalueerd om een vinger aan de pols te houden, benadrukt Bouva.