Het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens heeft het voorstel gedaan om een werkgroep in te stellen ter uitvoering van het Saamaka-vonnis. Het voorstel van het Hof houdt in dat er een werkgroep zal worden gevormd, waarin zitting hebben de Staat Suriname, de Vereniging van Saramaccaanse Gezagsdragers (VSG) en het Hof. De Staat Suriname heeft zes weken de tijd om te beslissen of hij akkoord gaat met het voorstel. De delegatie van de Staat Suriname, onder leiding van raadsadviseur Jules Wijdenbosch, is dinsdag verschenen voor het Hof in Costa Rica om uitleg te geven over de stand van zaken rond het vonnis. Wijdenbosch verduidelijkte gisteren dat de Surinaamse regering alle nationale en internationale vonnissen, dus ook het Saamaka-vonnis, erkent. De Staat Suriname is volgens Wijdenbosch, na diepgaande bestudering van het vonnis, tot de conclusie gekomen dat accenten nu anders worden gelegd in het vonnis. De uitvoering wordt geplaatst in een politiek-maatschappelijk kader. Er is volgens hem weinig aandacht besteed aan de rechtsstaat, de status van de Grondwet en de politiek-bestuurlijke orde.
Suriname heeft bij de toelichting in Costa Rica aangegeven dat de Saramaccaanse gemeenschap tot in de hoogste regionen van de Staat is vertegenwoordigd en medezeggenschap heeft in besluitvormingen. Het is dan ook niet zoals in andere landen, waar in stamverband wonende volkeren geen rechten hebben. ‘In De Nationale Assemblee zijn er twaalf leden vertegenwoordigd, de regering met vijf ministers en de Staatsraad twee. Ze zitten in district- en ressortraden en behoren tot de topadviseurs van de president van het land’, somde Wijdenbosch op. Volgens hem is conclusie van het Hof over het schenden van de rechten van deze groep dan niet juist.
Het vonnis houdt volgens Wijdenbosch geen rekening met het kader waarin Suriname de uitvoering ziet. Zo wordt de regering opgedragen de garantie te geven dat er een wet komt, waarin het traditioneel grondgebied van de Saramaccaners wordt vastgelegd. Wijdenbosch zegt dat dit onmogelijk kan, omdat de regering niet kan komen aan de onafhankelijkheid van het wetgevende orgaan, De Nationale Assemblee. ‘Het vonnis is er eenmaal en de regering zal er alles aan doen om het uit te voeren, maar er kan niet voorbij worden gegaan aan de situatie van het land’, zegt hij.
Wijdenbosch stelt dat nu nadat het Hof heeft ingestemd met de gezamenlijke commissie, een traject zal worden uitgezet om na te gaan hoe de uitvoering precies moet plaatsvinden. Binnen zes weken moet aan het Hof gerapporteerd worden over de samenstelling van de commissie.
Widjai Ganesh