Sluiswachter Kewal Somar die volgens coördinator regio-oost van het ministerie van Openbare Werken Oemar Jimiedar en de districtscommissaris van Commewijne Ingrid Karta-Bink dronken zou zijn ten tijde van zijn werk toen Bakasroisie onder water zou zijn gelopen, zegt in een interview met Dagblad Suriname dat hij niet dronken was toen hij rond negen uur toog naar de sluis om die open te maken. ‘Ik was niet dronken. Op de bewuste avond kwam ik wel wat laat aan. Ik moest de sluis opendoen rond kwart voor negen en kwam daar aan om tien voor half elf, omdat ik autopech had. Ik geef toe dat ik laat was, maar dat is voor het eerst voorgekomen. Bovendien is het een pertinente leugen dat ik zuipend ben aangetroffen. Dat is totaal niet waar en ik neem het de dc kwalijk dat ze heeft bevestigd dat ik zuipend ben aangetroffen. Jimiedar wil alleen naam maken in Commewijne ten koste van anderen. Die avond wilde hij water pompen vanuit het Militairproject naar Voorburg en daarom moest de sluis open. Maar niemand heeft mij wat gezegd. Niet de leiding van RO en niet van OW, anders had ik maatregelen getroffen. Ik had gewoon autopech’, aldus Somar. Hij zegt dat het ook niet waar is dat het gebied blank was komen te staan. ‘De sluis moet opengesteld worden, omdat men water wilde pompen vanuit het Militairproject naar Voorburg’. Volgens Somar is Jimidar thuis bij hem geweest om hem te zoeken. Somar zegt dat Jimiedar dat recht niet heeft om hem helemaal thuis te gaan zoeken, omdat Jimiedar zich bezig moet houden met de sluiswachters van het ministerie van OW, terwijl Somar valt onder het ministerie van Regionale Ontwikkeling. ‘Mijn vrouw was alleen thuis en hij is vreselijk onbeschoft geweest tegen haar. Die man weet niet eens te groeten. Hij moet leren om met mensen om te gaan’, aldus Somar. Hij zegt dat er een sluis is te Zoelen en Mariënburg die maar één keer in de week opengaat, omdat de sluiswachter het nalaat om dagelijks open te doen. Echter wordt er niet opgetreden door Jimiedar, omdat de sluiswachter een partijgenoot zou zijn van de partij waar Jimiedar deel vanuit maakt. Op de vraag of er zo gekibbeld mag worden over politieke partijen bij het klaren van een job, zegt Somar dat Jimiedar personen van andere partijen aanvalt en niet omgekeerd. ‘Deze man probeert naam te maken door andere te duperen en dat is erg’, aldus Somar. ‘Laat is laat. Als je als sluiswachter laat ben, moet je op het matje worden geroepen door de autoriteiten en een standje krijgen. De sluiswachter moet vertellen wat er is gebeurd en waarom hij laat is. Daarvoor heb je controlemechanismen’, reageert VHP-parlementariër Sheilendra Girjasing. Hij zegt echter dat hij veel klachten heeft gehad van burgers die al drie jaren last hebben van leden van de NDP. ‘Al drie jaren worden VHP’ers vervolgd in Commewijne. Eerst waren het vier sluiswachters die het moesten ontgelden. Ze kregen eerst mutaties door een halfgod en dat ook nog zonder reden. Toen wij tekeer zijn gegaan, zijn de mutaties in allerijl teruggedraaid. Nu komt men met twee wagens en zwaaiend met lichten op een mevrouw af en bedreigt haar en gaat haar ook nog uitschelden. Zo hoort iemand van de overheid niet met een vrouw te praten. Ik weet niet wat zijn bedoelingen waren. Deze man moet leren praten met vrouwen en respect tonen voor vrouwen’, aldus Girjasing Jimiedar bedoelende. Girjasing zegt dat hij van plan is een brief te schrijven naar de president om dit probleem onder de aandacht te brengen. ‘Ik wil de president vragen geen halfgoden los te laten om zaken kapot te maken. Ik heb onderzocht en het blijkt dat een sluiswachter van zijn politieke partij zelf een keer in de week een sluis te Marienburg en Zoelen openmaakt, terwijl dat dagelijks moet gebeuren, maar er wordt niet opgetreden. Wie in de fout gaat, NDP of VHP maakt niet uit, die moet gestraft worden, want werk is werk, daar blijf ik bij’, besluit Girjasing.
Seshma Bissesar