Officiële internationale reserves spelen een belangrijke rol bij het garanderen dat een land in staat is om alle mogelijke onevenwichtigheden in vreemde valuta in de betalingsbalans af te dekken, om het vertrouwen in het monetaire beleid en het wisselkoersbeleid van het land te behouden en om de economische gezondheid van het land te beschermen bij nationale rampen of externe schokken. Meer in het bijzonder worden de reserves gehandhaafd om de volgende belangrijke doelstellingen te behalen:
I. Zorg voor vreemde valuta voor dagelijkse operationele behoeften;
II. Ondersteuning en handhaving van het vertrouwen in het wisselkoersbeleid, inclusief het vermogen tot interventie ter ondersteuning van de nationale munt en het handhaven van ordelijke omstandigheden in de markten;
III. De markten vertrouwen geven dat het land zijn externe verplichtingen kan nakomen;
IV. Ondersteuning van operaties van het binnenlandse monetaire beleid;
V. Zorg voor een buffer om in tijden van crisis schokken in de betalingsbalans te absorberen;
VI. Handhaven van een reserve voor nationale rampen of calamiteiten.
De officiële reserves worden altijd beheerd door de centrale bank (CB) van een land. Hiervoor zijn verschillende redenen.
I. De CB heeft de expertise voor internationale transacties en vermogensbeheer.
II. De CB, ofschoon eigendom van de nationale overheid, kan als een zelfstandige entiteit opereren.
III. Het beheer van de internationale reserves is nauw verweven met het binnenlandse monetaire beleid en de geldhoeveelheid, waarvoor de nationale CB verantwoordelijk is. Het monetaire beleid en het wisselkoersbeleid kunnen geen van beide apart in evenwicht worden gehouden.
Goud is van oudsher een belangrijk onderdeel van de officiële reserves. Goud producerende landen houden gemiddeld ongeveer 6% van hun totale reserves in goud aan; Kazachstan als extreem geval houdt zelfs 21% van zijn reserves in goud aan.
Voor Suriname is goud een natuurlijke bron van reserves, aangezien een aanzienlijk deel van onze inkomsten wordt verkregen in de vorm van goud, of afkomstig is uit goudwinningsactiviteiten. Maar om de hierboven genoemde redenen voor het aanhouden van reserves, kan een grote goudvoorraad in het geval van Suriname ook een potentieel probleem vormen. In tijden van extreme prijsbewegingen, zoals we die onlangs hebben gezien, kunnen serieuze verliezen worden geleden.
Omdat zo’n groot deel van de exportinkomsten, de overheidsinkomsten en de nationale welvaart afhankelijk is van de goudprijs, is het zeer onverstandig om een groot aandeel aan goud in de internationale reserves aan te houden. Elke scherpe daling van de goudprijs kan een crisis van het vertrouwen in de Surinaamse munt, de Dollar, in gang zetten. Als de officiële reserves veel goud omvatten, zal hun waarde dalen op een moment waarop het extra belangrijk is dat de reserves hoog en stabiel zijn, om de burgers en de internationale markten te laten zien dat de munt veilig is en dat de stabiliteit van de wisselkoers gewaarborgd is. Ook wordt het vermogen van de CB om in te grijpen in de valutamarkt belemmerd als de totale reserves dalen en de goudvoorraad niet snel genoeg liquide kan worden gemaakt.
Met het oog op deze relaties en de historische onderliggende volatiliteit van de goudprijs, is de CBvS begonnen de goudreserves in haar internationale reserves te verminderen. Vanaf januari 2013 is de goudvoorraad verminderd met 26%, van USD 122 miljoen (73 duizend toc) eind 2012 naar USD 90 miljoen (61 duizend toc) aan het einde van mei. Vandaag behelst de voorraad goud 10 procent van de internationale reserves. Niemand kan de toekomstige ontwikkeling van de goudprijs kennen. Maar na de zeer lange stijging is een seculiere daling wel een van de mogelijkheden. Dit wordt zelfs erkend door een aantal van de grootste goudbeleggers ter wereld. In overeenstemming met de opgestelde richtlijnen voor reservebeheer, zal de CBvS haar blootstelling aan goud terugbrengen tot minder dan 10% van de totale reserves en ons daar streng aan houden om toekomstige risico’s te minimaliseren.
Nieuw beleggingsbeleid van de CBvS
Vanaf september 2010 is er consequent gewerkt aan een structureel beleggingsbeleid en werd afgestapt van procedures van individuele beslissingen. Dit beleid voorziet in strenge risicolimieten op alle beleggingscategorieën, valuta’s en tegenpartijrisico’s.
Structuur voor beheer van reserves
De reserves worden beheerd op basis van een beleidsdocument “International Reserves Management and Investment Policy Document”(investment policy document) en een beheersstructuur waarbij een investment-commissie adviseert ten aanzien van het beheer van deze reserves. Het Investment Committee komt maandelijks bijeen om zich te buigen over de beleggingsportefeuille.
Deze nieuwe structuur behelst:
• een Investment Committee;
• een investment policy document waarin richtlijnen zijn vervat voor het aanhouden en beleggen van de reserves;
• een Front Office welke op basis van de nieuwe structuur de rekeningen beheert en de beleggingen pleegt;
• Daarnaast is een sterke risicocontrolefunctie in het leven geroepen in de vorm van een onafhankelijk “middle office”. Het middle office controleert alle transacties en geeft gedetailleerde werkinstructies voor alle procedures met betrekking tot het beheer van reserves. Het middle office heeft een andere rapportagelijn dan het beleggingsbureau.
Deze structuur is mede op advies van deskundigen van het Reserve Advisory Management Program (RAMP) van de Wereldbank ingesteld. Een deel van de internationale reserves zijn via het Reserve Advisory Management Program belegd en onderdeel van dit program omvat technische assistentie bij het professionaliseren van de processen voor het beleggen van internationale reserves en trainingen voor het personeel welke betrokken is bij het beleggingsproces. De laatste twee jaar worden jonge medewerkers van de Centrale Bank op adequate wijze op verschillende fora de kennis van optimaal managen van internationale reserves bijgebracht.