In de afgelopen dagen werd de aandacht gevestigd op valuta-interventies door de Centrale Bank van Suriname (CBvS), ondanks dat dit geen nieuw fenomeen is. Volgens grafieken vrijgegeven door de CBvS heeft ze in de maanden maart, april en mei geintervenieerd op de valutamarkt. In maart bedroeg de interventie ruim US$ 33 miljoen, in april ruim US$ 21 miljoen en in april ongeveer US$ 14 miljoen. De gelden, ongeveer US$ 68 miljoen zijn onttrokken van de monetaire reserves.
De Bank heeft ook in eerdere perioden, telkens wanneer de wisselkoers ondersteund diende te worden, op de valutamarkt ingegrepen. Op de wisselkoers kan zowel opwaartse als neerwaartse druk ontstaan. Zo heeft de Surinaamse economie in de achterliggende periode hoge exportinkomsten ontvangen, wat de waarde van de Surinaamse dollar in potentie heeft versterkt. Echter, juist door de inkomsten te laten neerslaan in groei van de internationale reserves is deze zogeheten appreciatie druk op de SRD weggenomen. Hierdoor is voorkomen dat een omgekeerde devaluatie moest worden toegepast. En dat was maar goed ook, omdat anders de Surinaamse producten relatief duur zouden zijn geworden voor het buitenland. In een dergelijke situatie neemt dan de concurrentiekracht af, wat nadelig is voor investeringen en remmend werkt op economische groei. Met andere woorden, door toe te staan dat buffers in de vorm van deviezenreserves zich ruimschoots konden vormen, heeft de CBvS de wisselkoers stabiel weten te houden.
Omgekeerd, in tijden van verminderde instroom van deviezen, injecteert de CBvS vreemde valuta in de markt om depreciatie van de wisselkoers te voorkomen. Vooral seizoensgebonden factoren beïnvloeden de deviezeninstroom. In de maanden januari tot april zijn de exportopbrengsten uit de mijnbouw doorgaans relatief laag. Ook zijn in diezelfde periode de overheidsuitgaven meestal meer dan de overheidsinkomsten. Door deze factoren is dan de vraag naar valuta groter dan het aanbod. Om de valutamarkt in evenwicht te houden en druk op de wisselkoers te voorkomen, intervenieert de Centrale Bank. Met andere woorden, vreemde valuta interventies door de CBvS zijn een normale aangelegenheid. De Bank draagt er zorg voor dat in tijden van relatieve schaarste het externe betalingsverkeer normaal voortgang kan vinden. Het vereffenen van dergelijke marktplooien kan dus ook alleen maar probleemloos omdat het land over een grote deviezenreserve beschikt.
Ook voor andere centrale banken zijn deviezenbeleid en vreemde valuta interventies zeer normaal. Zo hebben de centrale banken van China en Japan consistent beleid gevoerd om appreciatie van hun munteenheden te voorkomen. Dit was vooral bedoeld om een gunstige internationale concurrentiepositie te behouden. Evenzo wordt door niet-Euro Europese centrale banken regelmatig op de binnenlandse valutamarkten geïntervenieerd om ervoor te zorgen dat hun valuta ten opzichte van de Euro een vaste pariteit-bandbreedte blijven behouden. In het Caraibisch gebied, vooral de landen met een vaste wisselkoers, behoort valuta-interventie vrijwel tot de dagelijkse activiteit. Hiermee willen de landen voorkomen dat een parallelle markt in valuta aan- en verkopen ontstaat of dat de marge tussen de informele en formele koersen te groot wordt.
De Centrale Bank van Suriname benadrukt dat zij zonder discriminatie valuta aan de algemene banken heeft verschaft voor het verrichten van hun betalingen in de lopende sfeer van de betalingsbalans. Hiermee hebben de algemene banken voor hun cliënten de betalingen voor importen, medische voorzieningen en reizen kunnen verrichten. De banken hebben steeds individueel de valutabehoeften in US-dollars en in Euros aangegeven en de Centrale Bank heeft hen dit verstrekt. Wel is de Bank in strikt conclaaf met de banken om erop te letten dat niet wordt meegewerkt aan aankoop van vreemde valuta voor speculatieve doeleinden of het oppotten wat dollarisering van het systeem zou geven. De Centrale Bank is bezig met studies van de valuta markt en zal nauwgezet de gedragingen van alle actoren op deze markt blijven volgen.