Suriname zakt op meeste punten die businessklimaat bepalen

Wij houden zielsveel van de ‘ease of doing business’-lijst, maar de liefde blijkt niet wederkerig te zijn. Zo blijkt uit recente rangschikkingen voor het jaar 2013, gepubliceerd door de Wereldbank en de Internationale Finance Corporation. Waar wij hadden moeten klimmen, blijkt dat wij wederom in vergelijking met de andere landen zijn gezakt. De huidige regering is zich meer dan ooit bewust van het bestaan van deze lijst en heeft uitgesproken voorstanders om meer te scoren onder haar exponenten. De vp is onder meer de persoon geweest die in zijn voormalige hoedanigheid als Kamervoorzitter de toenmalige HI-minister heel confronterend met de feiten op de neus drukte bij de opening van een jaarlijkse beurs. Met zijn korte maar krachtige verwijzingen naar de lijst was aanzet gegeven tot een mineurstemming bij de beleidsmaker(s). Dat we moeten klimmen, wordt beseft en er wordt getracht om het klimaat om zaken te doen te verbeteren in Suriname. Het klassieke voorbeeld van het niet zo ondernemersvriendelijke klimaat is het aantal dagen en aantal, dat nodig zijn om een business te starten c.q. een nv op te richten. De regering beweert dat de oprichtingstijd drastisch is teruggebracht, maar internationaal is dat niet bekend. Daar wordt nog uitgegaan van honderden dagen.  Vanaf 2010 is er een constante dalende trend op de ‘doing business ranking’. Achtereenvolgend stonden wij op nummer 153, 158, 160 en dit jaar 164 op een lijst met 185 landen. Er zijn 10 indicatoren die het uiteindelijke klassement bepalen. Suriname zakt, in relatie tot vorig jaar, op 5 punten en blijft constant op 4 punten. Het lukt ons om in de concurrentiestrijd met de andere landen om maar op 1 indicator te stijgen, namelijk het afhandelen van bouwvergunningen (Construction permits). De stijgende trend is daar ingezet al in 2012 (plaats 94). In 2013 staan we 2 plaatsen beter op 92. Het klassieke voorbeeld van het starten van een business is het 2 na slechtste score. Vanaf 2011 zakken we constant, alle vermeende verbeteringen ten spijt: van 173 en 176 naar nu 178, duidelijk in de bottom 10. Maar het slechtst staan we wanneer het gaat om het beschermen van investeerders: op plaats nummer 183, even hoog als in 2012 en dus op de 2 voor de laatste plaats. Daarna volgt het afdwingen van contracten die gesloten worden: plaats nummer 180, dus in de ‘bottom 10’. De administratie van eigendommen/onroerend goed is goed voor plaats 171. Het best scoort Suriname als het gaat om het verkrijgen van elektriciteit: evenals vorig jaar op 39. Daarna volgt het betalen van belasting, waar we in 2010 op een goede 32 stonden en nu op 49. Heel slecht scoren wij ook (relatief) waar het gaat om het verkrijgen van leningen. Waar we in 2010 nog stonden op 139 (slecht) staan wij nu maar liefst 20 plaatsen lager op 159. Suriname trekt door zijn slechte prestaties op deze lijst het regionale gemiddelde (Latijns Amerika/Caribisch Gebied) naar beneden. Dit gemiddelde is 97. In de regio scoort slechts 1 land lager en dat is de door multipele aardbevingen getroffen Haïti. Welke ramp heeft ons overtroffen dat wij zo ondernemersonvriendelijk zijn? Iemand zei eens dat slechte regeerders de grootste rampen zijn die ontwikkelingslanden overkomen. Overall zitten we samen met Haïti in de 25 meest ondernemersonvriendelijke landen ter wereld. Jamaica en Guyana zitten op 90 en 114. Kijken we naar het klassieke voorbeeld van het starten van een business, dan zien wij nog steeds dat het 694 dagen (meer dan 1 jaar en 10 maanden) kost in 2013. Het aantal procedures om een business opgestart te krijgen, is 13 gebleven. Volgens het doing business rapport is het aantal dagen in Guyana 89 en Jamaica 21 en het aantal procedures 8 respectievelijk 6. De kosten afgezet tegen het bbp van de verschillende landen is in Suriname het 8-voudige als in Guyana en het 15-voudige van Jamaica. Wat het registreren van onroerend goed betreft, zijn de kosten ook hoger dan in Guyana (2 maal) en Jamaica (5 maal). Het afdwingen van contracten (via de rechter) is een veel meer tijdverslindende zaak in Suriname dan in andere landen. Voor Suriname gaat men uit van 1.715 dagen ( 4 jaren en 8 maanden) vergeleken met Guyana (1 jaar en 7 maanden) en (1 jaar en 9 maanden). Opmerkelijk in het rapport is dat geen enkele hervorming met betrekking tot het starten van een business is geregistreerd door de Wereldbank sinds 2008 tot 2013. Waarom wij zo laag scoren, staat duidelijk uitgerafeld in de country profile van Suriname. Hoe lang en hoe kostbaar bijvoorbeeld de 13 handelingen zijn, staat detaillistisch omschreven in de profile. Dat geldt ook voor de andere 10 indicatoren. Suriname wil klimmen op de ease of doing business-lijst, omdat deze rapporten mede de oriëntatie bepalen van investeerders. Een betere rangschikking heeft niet alleen een andere impact op investeerders, maar geeft ook iets aan over de daadwerkelijke situatie, waarvan ook het lokale en het klein ondernemerschap zal profiteren. De 10 indicatoren zijn uitgerafeld. Een hogere rangschikking bewerkstelligen, is gelijk aan het werken aan een beter investeerdersklimaat en dat is een taak van HI. Elke keer als wij lezen dat er geen hervormingen zijn geregistreerd door de Wereldbank en telkens als wij zien dat wij ergens beneden kwakkelen, moeten wij de vinger wijzen richting HI. Dit ministerie is verantwoordelijk voor het investeerdersklimaat zoals het nu heerst, waarmee dus niet gezegd is dat andere ministers totaal niets te betekenen hebben. Het ministerie moet nu eindelijk hervormingen doorvoeren in het belang van de weerbaarheid van de totale samenleving. De plaats die wij innemen, is niet om trots op te zijn.
 

error: Kopiëren mag niet!