Internationaal staat 17 mei bekend als een dag waarop organisaties van lesbiennes, gays (homoseksuelen), biseksuelen en transgenders (LGBT’s) overal in de wereld aandacht vragen voor het verschijnsel van haat en discriminatie van LGBT’s en de schending van hun rechten als mens. Vanaf 2004 is deze dag uitgeroepen tot de Dag tegen Homofobie. Het was ook 17 mei in 1990 toen homoseksualiteit door de Wereldgezondheidorganisatie (WHO) officieel verwijderd werd van de lijst van ziekten. In Suriname werken verschillende organisaties, vanuit een eigen invalshoek en vanuit gedeelde doelstellingen, aan het op gang brengen van de discussie over de beleving van mensenrechten, ongeacht de seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Als burgers zijn wij blij dat in artikel 8.2 van onze grondwet, onder de titel Grondrechten, persoonlijke rechten en vrijheden, verankerd is dat “niemand op grond van zijn geboorte, geslacht, ras, taal, godsdienst, afkomst, educatie, politieke overtuiging, economische positie of sociale omstandigheden of enige andere status gediscrimineerd mag worden”. Noemenswaardig in deze context is zeker dat Suriname vanaf 1976 partij is bij de “International Bill of Rights”, welke bestaat uit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens die door de Verenigde Naties geproclammeerd is op 10 december 1948, de Internationale Conventie over Civiele en Politieke Rechten (ICCPR) en de Internationale Conventie over Economische, Sociale en Culturele Rechten (ICESCR). Hierdoor heeft Suriname zich de plicht opgelegd om de basisrechten van de mens, ook wel grondrechten genoemd, te respecteren en tot volle beleving te brengen. Deze rechten zijn inherent aan het menszijn en gelden als zodanig voor elke Surinaamse burger, waaronder ook voor de homoseksuele, biseksuele en transgender personen in Suriname.
Echter wijst de realiteit van alle dag uit dat in Suriname op basis van seksuele geaardheid en/of genderidentiteit nog steeds gediscrimineerd wordt. Hierdoor ondervinden in het bijzonder lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders vele beperkingen in de beleving van universele, ondeelbare, non-discriminatoire, onpartijdige, onderling afhankelijke, onvervreemdbare mensenrechten. Een voorbeeld hiervan is dat binnen het onderwijs personen die homoseksueel zijn nog regelmatig gepest en onheus behandeld worden. Ook wanneer zij zich niet gedragen naar de gedragsverwachtingen van hun geslacht, kunnen zij rekenen op pesterijen. Van hen wordt dan verwacht dat zij zich mannelijk of vrouwelijk dienen te gedragen, terwijl zij zich van binnen anders voelen. Daarnaast wordt door sommige leerkrachten aan kinderen van LGBT’s geleerd dat hun moeders of vaders in zonde leven en in de hel terecht zullen komen zonder rekening te houden met de emotionele gevolgen die dit heeft op het kind en dat het recht op het hebben van een gezin ook een basis mensenrecht is. Bovendien houdt het onderwijscurriculum nog onvoldoende rekening met de seksuele diversiteit en met de promotie van gelijke rechten voor ieder individu zoals artikel 8.2 uit de Grondwet van Suriname zo expliciet benadrukt. Verder constateren we dat algemeen geldende en in Suriname erkende burgerrechten niet van toepassing zijn op burgers die geen heteroseksueel georiënteerd en heteronormatief leven hebben.
Andere aandachtspunten uit de praktijk zijn onder andere:
• Ons Burgelijk Wetboek voorziet niet in de mogelijkheid dat een transgender persoon na een geslachtsveranderende operatie in het paspoort zijn of haar geslacht kan veranderen.
• In bijna alle bedrijven, op Staatsolie na, kunnen de partners van LGBT-werknemers geen aanspraak maken op bijvoorbeeld secundaire arbeidsvoorzieningen en of het pensioen als de werknemer komt te overlijden. CAO’s zijn niet zodanig geformuleerd dat iedere werknemer met een partner (al dan niet van het zelfde geslacht) met wie hij of zij een duurzame relatie heeft aanspraak kan maken op eerder genoemde voorzieningen.
Het is van essentieel belang om wederzijds respect voor elkaar op te brengen, als onderdeel van duurzame ontwikkeling en harmonie. Hiervoor is informatie ter vergroting van wederzijds respect en begrip voor elkaar een sleutelcomponent.
Het LGBT Platform heeft daarom, in het kader van 17 mei, verschillende organisaties, assembleeleden, ministers en anderen voorzien van informatiepakketten. Dit om het opbouwen van respect onder elkaar en begrip voor elkaar te kunnen faciliteren. Uiteindelijk gelden mensenrechten voor alle mensen, simpelweg omdat ze mens zijn. Wij moeten met z’n allen leren hoe met elkaar om te gaan en daarbij (nieuwe) schendingen van onze mensenrechten te voorkomen en effectief aan te pakken als die er reeds zijn.
De leden van het LGBT Platform:
Tieneke Sumter, LGBT Platform Suriname
Kenneth van Emden, Suriname Men United
Suzanne Bridgewater, Women’s Way Foundation
Jermain Tjin a Koeng, Proud 2 be
Martin Colom, He and HIV Foundation