Een bonuman, ene R.D., heeft zijn neef US$ 100.000 armer gemaakt. De bonuman vertelde zijn neef op een zekere dag dat hij een droom had gekregen dat in het Tibiti-gebied in het binnenland bij een kankantrieboom er miljoenen aan goud en geld is begraven. Om deze rijkdom te verkrijgen, moest er een zwaar offer gedaan worden. Daarbij moest er een pakket van in totaal US$ 100.000 opgeofferd worden. Dit pakket bestond uit een in de vorm van een slang gegoten gouden beeld, twee gouden vingerringen, een gouden armband, een gouden halsketting, SRD 17.000, US$ 17.000, Euro 17.000, een rode haan, kaarsjes, rum en nog een aantal spullen. Ook moest de neef enkele dagen niet naar huis gaan. De neef trapte erin en organiseerde het gehele pakket. De bonuman boekte intussen een ticket naar Nederland en verdween met al het geld en goud uit het land. De benadeelde neef deed aangifte en de bonuman werd bij terugkomst aangehouden. Het bureau van de gewestelijk politiecommandant, onder leiding van Robby Ramjiawan van gewestendienst Wanica, bevestigt dit geval.
De bonuman overtuigde zijn neef dat hij ingevingen kreeg over wat in de toekomst zou gebeuren. Hij sprak de neef zodanig om, dat deze in het verhaal van het Tibiti-gebied begon te geloven. De bonuman haalde aan dat er in dit gebied ook een grote partij drugs is gevonden. Ook een grote partij sieraden en geld hoorde bij, maar die was nog niet gevonden. Op zaterdag 23 maart plaatste de benadeelde op aanwijzing van R.D. de offerande in een doek en vervolgens in een mand achter zijn woning. Een andere man werd erbij gehaald, die de haan slachtte waarna het bloed van de haan op de kop van de slang werd gegoten. R.D. zei toen aan de benadeelde dat hij in vijf afzonderlijke bars moest gaan en zich te goed moest doen aan alcohol. Verder gaf R.D. de benadeelde te kennen dat hij twee dagen lang niet naar de mand mocht gaan. Na die twee dagen moest de benadeelde negen dagen bij de mand gaan bidden. De benadeelde volgde de opdrachten van R.D. op en ging zich in vijf afzonderlijke bars te goed doen aan alcohol.
De volgende dag kreeg de benadeelde argwaan en ging tegen de opdracht van R.D. in een kijkje nemen bij de mand. Bij die gelegenheid zag hij dat het beeld, de sieraden en het geld uit de mand waren verdwenen. De benadeelde kreeg toen sterk het vermoeden dat R.D. de spullen had weggenomen. Op grond van bepaalde feiten en omstandigheden werd R.D. door de politie als verdachte aangemerkt. In het belang van het onderzoek wilde de politie R.D. bij proces-verbaal horen, maar toen bleek dat hij kort na de aangifte met vakantie naar het buitenland vertrokken was. R.D. keerde terug naar Suriname en is enkele dagen terug door de politie aangehouden op verdenking van diefstal. R.D. ontkent dat hij het offer gestolen heeft. Voorst verklaarde hij dat hij gedroomd heeft dat een geest genaamd “bigi ede” het gouden beeld, de gouden sieraden en het geld uit de mand gestolen heeft. Hangende het onderzoek is R.D. in verzekering gesteld.