Mijn vermoedens zijn helemaal uitgekomen bij het lezen van het artikel onder Vrije Tribune met als titel “Tap a jai, ma no tap yu ai”.Ten eerste vermoedde ik dat de schrijver van “Adyosi Tapajay, adyosi” een kenner van het binnenland meent te zijn. Dat kan als we ons beperken tot de flora en fauna en andere geologische en geografische omstandigheden (daar hoef je geen Hindostaan voor te zijn). Kennis van de mensen die er wonen is wat anders! Het vergt veel meer om te begrijpen waarom bepaalde gedragingen aan de dag worden gelegd en waarom en hoe bepaalde besluiten worden genomen.
Ten tweede vermoedde ik dat het de schrijver niet zou lukken om het onderwerp zuiver zakelijk te houden. Wel ja, de schrijver heeft het aan het rechte eind omtrent mijn persoon. Ik kom ook uit het Oosten, ben geboren in het laatste marrondorp aan de Tapanahony en ben trots op mijn culturele bagage en persoonlijkheidsvorming die ik van het Oosten heb meegekregen. Maar ik ben niet het onderwerp dat aan de orde is. Ik ben ook niet geïnteresseerd in de schrijver zijn voetbalcarrière van vroeger en nu. Het is het volste recht van de maatschappelijk breed georiënteerde en goed geïnformeerde Surinamer R. Jadnanansing om nu pas op onderzoek uit te gaan naar mijn prestaties in een publieke functie. Maar ook al zou het onderzoeksresultaat nul zijn, dan nog zal ik de schrijver erop wijzen dat zijn zienswijze rond het stopzetten van Tapajay niet correct is. De uitvoering van het Jaikreekprojekt welke twintig jaar geleden onder leiding van de heer Jadnanansing ook al bestekklaar was, mislukte ook. De persoon van de heer R. Jadnanansing die ik overigens ook heel goed ken en zeer waardeer is wat mij betreft niet aan de orde. Wij bewijzen de lezers van dit blad een grote dienst om niet persoonlijk te worden.
Dat de schrijver stelt niet het totale binnenland te bedoelen, doet mij nu wel twijfelen (waaraan?). Ik verwijs de schrijver naar zijn eerste alinea in het artikel van 03 mei en wel de passage: “ Toen zaten de Marrons nog braaf in de achterbanken….” en “Binnenkort krijgen ze zelfstandige koninkrijkjes onder het mom van grondenrechten, terwijl ze de natuur zelf om zeep helpen……”. Ik verwijs de schrijver ook naar de passages: “ men heeft verzocht om een jaar gratis stroom………tot heden is er nog gratis stroom” en : “Een gegeven woord heeft in het binnenland geen waarde.”. Wat bedoelt de schrijver dan? Waar moet ik het verschil zoeken tussen “mensen in het oosten” en deskundigen uit het Oosten? En waarom zijn de “deskundigen in het Oosten” te vergelijken met een automotor die je op een driewieler monteert? Hebben de deskundigen die niet in het Oosten zijn ook niet dankzij ons kiesstelsel veel power? En waarom gaat het licht in andere delen van het land niet uit wanneer ook daar andere projecten mislukken? Babun skin na babun tere (Auccaans gezegde).
Het is juist mijn bedoeling om de schrijver van het pad af te brengen om etnische sentimenten te bespelen bij dit onderwerp. Zeker als hij dat koppelt aan partijpolitieke beweegredenen waarom de president het besluit zou hebben genomen om het project stop te zetten. Ik ken de redenen van de president niet en waag mij ook niet aan een politieke analyse. Wie overtuigd is van de grote ontwikkelingsmogelijkheden van Tapajay moet zich inzetten om dat aanvaardbaar te presenteren/maken. De schrijver zou als geen ander moeten weten welke traumatische ervaringen het binnenland heeft met grote projecten zonder gedegen sociale studies en paragrafen. Met het aanleggen van een weg parallel aan de rivier lossen wij niet het probleem op als de rivier in de droge tijd niet bevaarbaar zou zijn. Meer dan 90% van alle dorpen aan de Marowijne en Tapanahony ligt op riviereilandjes! De kostgrondjes waar de mensen voornamelijk hun voedsel vandaan halen, zullen niet langer veilig en bereikbaar zijn, werkgelegenheid gedurende de constructiefase van het project en wat daarna? Opo yu ay!!!
De politieke partij van de schrijver (VHP), die overigens naar mijn weten reeds over een Marronvleugel beschikt, met tenminste een marron in het hoofdbestuur, hoeven wij niet in deze discussie te betrekken. Ik wil wel algemeen stellen dat een partij niet tot nationale partij wordt gemaakt door het vestigen van etnische polen in die partij, maar door het nastreven van nationale doelen en het hanteren van nationale principes, rekening houdend met en het behartigen van de belangen van alle (groepen) Surinamers. Dan maakt het niet uit als die nationale doelen bereikt worden door een Javaan, Hindostaan, Chinees, Creool of gemengd. Ik ben wel benieuwd naar het resultaat als de schrijver ter wille van een ongeconditioneerde voortgang van het Tapajay- project zich politiek wil profileren.
N.B: ik vermeld hierbij mijn e-mailadres indien er nadere behoefte bestaat om mijn persoon tot onderwerp van gesprek te maken.
Michel Felisi
e-mail: [email protected]
(Met dit artikel wordt de polemiek met betrekking tot Tapajay beëindigd)