Na interessante discussies, met ook buitenparlementaire voor- en tegenstanders is enige weken terug de Tabakswet aangenomen. In grote lijnen verbiedt die wet het roken in allerlei plaatsen buitenshuis, waar meerdere mensen uit eigen keuze of noodgedwongen samenkomen. De wet bevat ook bepalingen aangaande de publieke beïnvloeding door tabak(sbedrijven) via reclame of sponsoring. De wet moet op 07 juni 2013 in werking treden. Die inwerkingtreding houdt in dat functionarissen belast met toezicht en opsporing van strafbare feiten, maatregelen kunnen voorstellen en procesverbaal kunnen aanzeggen wanneer overtredingen worden geconstateerd, met uitzicht op hechtenis, gevangenisstraf of boetes. De tabakswet is een ingrijpende wet en zal in het publieke domein het gedrag van een aantal burgers behoorlijk beïnvloeden. Het gaat dan om rokers die niet zullen kunnen roken op elke plaats op elk tijdstip, maar het gaat ook om beheerders, eigenaren en toezichthouders van plaatsen in het publieke domein. Deze moeten immers het publiek aan de ene kant helpen beschermen tegen overtreders, maar aan de andere kant potentiële overtreders behoeden van het begaan van overtreding van de Tabakswet. Ook de handel, bedrijven in de public relations, reclamebureaus, het openbaar vervoer en evenementorganisatoren in meest ruime zin moeten hun attitude naar tabak en tabaksbedrijven gaan aanpassen. De tabaksbedrijven zelf zullen ook moeten letten op de manier van aanprijzen en de verpakking van tabak. De Tabakswet heeft een apart regime dat wordt geïntroduceerd dat te maken heeft met het reguliere leven van alledag. De nadruk lag bij de aanname van de wet bij de plaatsen, waar er allemaal niet gerookt mag worden en de rokers, niet bij de daadwerkelijke uitvoering in de praktijk. Die zijn limitatief aangeduid in de goedgekeurde wet. Belangrijk is nu dat bij staatsbesluit de ruimte bestaat om regels vast te stellen voor de praktische uitvoerbaarheid van de wet. Nu draait het dus om de praktische uitvoering. We leven 3 weken voor de inwerkingtreding van de wet en het gevoel bestaat nog niet dat de samenleving zich al voorbereidt op een anders ingerichte samenleving. Wat wij missen, is de voorlichting die moet komen vanuit het ministerie dat belast is met de uitvoering van de wet en dat is het ministerie belast met de zorg voor de volksgezondheid. Om de burgerij te helpen de wet na te leven en uit te voeren, is in de wet bepaald dat de VGZ-minister regels moet vaststellen betreffende de aanduiding met betrekking tot het rookverbod, zoals op producten van de organisatie, middels borden en schermen. Ook met betrekking tot de plaatsing van de aanduiding dat roken verboden is, moet de VGZ-minister bij beschikking regels maken en deze kennelijk ook publiceren. Overige voorschriften voor de richtige uitvoering van de wet kan de minister ook in een beschikking opnemen.
Voor personen die het beheer of enige verantwoordelijkheid hebben over het beheer van de publiek toegankelijke ruimten waar niet mag worden gerookt zijn er verantwoordelijkheden neergelegd in de wet. Zo moet hij in het algemeen zodanige maatregelen treffen dat de publiek toegankelijke ruimte rookvrij zijn. Werkgevers zijn verplicht zodanige maatregelen te treffen dat werknemers hun werkzaamheden kunnen verrichten in een rookvrije ruimte. Ook eigenaren van middelen van openbaar vervoer zijn volgens de wet verplicht zodanige maatregelen te treffen dat deze middelen rookvrij zijn. Wat die ‘zodanige maatregelen’ moeten zijn, verduidelijkt de wetgever met voorbeelden, maar laat het voor het overige over aan degene op wie de zorgplicht rust. In de eerste plaats geeft de wet als voorbeeld dat de persoon moet zorgen voor de naleving van de wet in zijn ruimte. Daarbij zouden wij denken aan het aanspreken van klanten, het aanmanen van overtreders en het op de hoogte stellen van klanten van de wettelijke regels waaraan hij gebonden is. Voorts is hij ingevolge de wet verplicht aanduidingen te plaatsen met betrekking tot het rookverbod in ruimten waar een verbod van toepassing is. Dit moet op een zodanige plaats geschieden dat de aanduiding zichtbaar is voor het publiek. Opmerkelijk is ook dat de eigenaar of beheerder ervoor moet zorgen dat er geen asbakken aanwezig zijn in de betreffende ruimten. De verantwoordelijke die handelt in strijd met de plicht tot het treffen van deze maatregelen kan gestraft worden met een hechtenis van ten hoogste 3 maanden of een geldboete. Met de opsporing van de strafbare feiten die het nalaten van het treffen van deze maatregelen opleveren, zijn belast de politie, maar ook speciaal daartoe door de VGZ-directeur aangewezen ambtenaren. Opmerkelijk in de wet is dat fabrikanten, importeurs, handelaren en verkooppunten van tabak en tabaksproducten binnen 2 jaar na afkondiging van de Tabakswet daaraan moeten voldoen. Deze hebben in de wet o.a. verplichtingen met betrekking tot de verpakking en etikettering.
VGZ moet starten met een intensieve campagne om de hele samenleving erop te wijzen dat de Tabakswet in werking zal treden. Men moet bijvoorbeeld weten of men bij een overtreding de politie moet of kan bellen. Alle belanghebbenden moeten ingelicht worden over hoe zij op een efficiënte en effectieve wijze kunnen bijdragen aan de naleving van de wet.