Dit woord, enige jaren terug razend populair geworden nadat het in een reclame werd uitgesproken door een jongetje, zou ook nu aangewend kunnen worden om een nieuwe ontwikkeling in de politiek te omschrijven. Aankomende politieke verschuivingen eind 2014 en begin 2015 geven coalitiepartners van de NDP een probleem. Men maakt rare sprongen. Daags terug is een spanning tussen de PL en de Abop, coalitiepartijen, naar boven komen drijven. De reden maakt de partij die de zaak aankaart belachelijk en bewijst wat de bijdrage van haar kan zijn in het oplossen van de ontwikkelingsvraagstukken van Suriname. Ruzie ontstaat niet om de ontwikkeling van het land en zaken daaromheen zoals de ontwikkelingsideologie en –strategie en de uitvoeringsbenadering bij het beleid, maar om het stemvee. Voor veediefstal werd men gelyncht in het wilde westen, hier wil men ook consequenties aan verbinden als het gaat om het zogenaamde stemvee. Wie de dominante partij in de huidige regeercoalitie is, is duidelijk. De spanning tussen deze twee partijen is een bijgevolg van tegenvallende aandacht in het politieke huwelijk. Men heeft de moed in deze coalitie niet om de dominante partij direct te benaderen, men gebruikt de indirecte stijl door uit te halen naar vrienden. De vraag rijst of het protest van de PL tegen Abop in werkelijkheid geen protest is tegen de NDP. Is het alleen de NDP-aanhang die profiteert nu en worden de PL’ers niet bedacht? Het hanteren van verschillende meetlatten is vaak reden voor politiek gekibbel in regeercoalities in Suriname en het draait om gebruik en misbruik van staatsmiddelen. Voor de duidelijkheid, alhoewel de president zijn uitspraken over de diepgang van de bijdragen van zijn politieke partners recent trachtte te nuanceren, gaat het in deze om partijen die noch vanwege de partijtop noch vanwege de ministers indruk maken. De president was eerder zeer open daaromtrent. Bericht wordt dat PL overweegt om de samenwerking met de Abop te verbreken. Deze samenwerking refereert in eerste instantie naar een pact die voor de vorming van de regeercoalitie in 2010 zou zijn gesloten. Voorts is men vanwege het ondertekende regeerakkoord in een nog belangrijker pact beland met een aantal regeringspartijen. De vraag rijst over welke samenwerking men het heeft. Bedoelt men de eerste samenwerking, of die in verband met het regeerakkoord? Dit laatste zou betekenen dat de regeercoalitie straks zit met twee partijen die niets meer met elkaar te maken hebben. Nu is het zo dat van geen van de partijen sterk de indruk bestaat dat ze gedreven zijn door het algemeen belang, een vereiste dat verankerd is in de grondwet. Maar een uitgesproken breuk zou, als het wordt toegelaten, ruimte geven om geen rekening te houden bijvoorbeeld met de wederzijdse ministeries. Dat zal de algehele uitvoering van het regeerbeleid behoorlijk schaden. Op zich is het al zo dat ministeries in Suriname moeilijk met elkaar samenwerken, soms ondanks het feit dat ze worden beheerd door ministers van dezelfde politieke partij. Als partijen officieel ruzie hebben dan wordt het van kwaad tot erger. In de RvM zou men ook opzettelijk dwars kunnen gaan liggen bij het goedkeuren van projecten of de allocatie van middelen. Dit risico van besluitloosheid in RvM kan de president niet tolereren. In het uiterste geval zal de president genoodzaakt zijn om weer te reshufflen, teneinde de RvM te bevrijden van een wurggreep die nadelig kan zijn voor de implementatie van goedgekeurde begrotingen. Een niet ideale situatie kan ook ontstaan in het regulier overleg middels de coalitietop, waarin partijen de politieke samenwerking steeds bijstellen. Wat is nou de reden van het eventueel verbreken van de samenwerking door PL? Degenen die de politiek ook elders volgen, zouden als eerste verklaren door te zeggen dat er tussen de partijen onoverbrugbare verschillen in beleidsinzichten bestaan, waardoor men niet meer kan samenwerken. Het zou dan in dit geval gaan om de ideologie van het beleid of de benadering bij het verwezenlijken van doelen. Maar neen, in ons geval denkt men niet eens in die termen. Bij ons gaat het om de enclaves, de manier waarop de Surinaamse krijgsheren hun territorium, hun politieke visvijver hebben verdeeld. Nu geldt dus het verfoeilijke principe van ‘mi casa es su casa’ niet meer. Kwalijk is dat de PL praat over ‘mijn mensen’. Dat geeft aan dat er weinig respect is voor de aanhang (het individu en zijn waardigheid) en dat men niets doet aan de emancipatie van de achterban, het doet denken aan gebrandmerkt stemvee waaraan niemand mag komen. Verder doet het woord ‘ronselen’ blijken dat door de PL mensen zijn geronseld, en dat deze niet weer geronseld moeten worden door Abop. Dit duidt dus erop dat men immorele, onethische, onfatsoenlijke middelen gebruikt om lidmaatschap te verwerven en structuren te bemensen. Dat is zeer primitief en onbeschaafd en een partij in een democratische rechtstaat onwaardig. Men schroomt er dus niet voor om praktijken uit de koloniale periode te hanteren, waarbij misbruik wordt gemaakt van de afhankelijke positie van kwetsbare burgers zoals wezen en halfwezen. Burgers hebben het recht om van partij te veranderen en politieke partijen hebben dezelfde mate van vrijheid om elke burger te benaderen die ze voor zichzelf wil winnen. De samenwerking zou drie weken geleden worden opgezegd, maar volgens een bericht in de media zouden Abop’ers hebben bemiddeld. De indruk wordt door de PL gewekt dat een gunst is bewezen door de opzeggingsbrief niet te versturen. De PL praat in termen van dissidenten, wanneer hij praat over vrije burgers in Suriname die gebruik maken van hun recht op vereniging en vergadering. Wanneer men in deze termen praat, dan duidt dat op weinig tot geen gevoel voor democratische principes die geboden zijn in de Surinaamse politiekvoering. Of is men furieus, omdat het om mensen gaat van een kampong waarop men neerkijkt? Verfoeilijk is ook de aanduiding ‘zaken van Abop’ die de PL niet meer wil/zal ondersteunen? Zijn er dan ook zaken van de PL en van Palu en NDP? Is er in de Surinaamse regering volgens de PL een grote en drie kleine regeringen, administratieve eilandjes? Zou men niet moeten praten over zaken van de regering? De PL heeft het over omkooppraktijken van de Abop, waarvoor zelfs familieleden zijn bezweken. Nu heet dat ‘een koekje van eigen deeg’: als je aanhang koopt zal die voor betere prijs door een andere worden gekocht. De regels van de politieke markt en koehandel die men zelf heeft gecreëerd, moet men nu accepteren en niet gaan klagen. Het gevaarlijke is echter dat de PL-leider het nu over een etnische boeg gooit op een wijze die fysieke spanningen kunnen veroorzaken. De situatie kan en zal opgelost worden door een stevige bolwassing afkomstig van de regeringsleider en de politieke leider die de president van het land is. Die stevige bolwassing kan de president zich permitteren, omdat de partij die nu ontevreden is, voor alle zekerheid aangeeft dat ze niet weggaat. Ze zal niet weg te jagen zijn uit de buurt van de vleespotten.