De Abop-parlementariër Ronnie Brunswijk heeft gisteren een vurig pleidooi gehouden om een nationaliteitsartikel op te nemen in de huidige initiatiefwet Personen van Surinaamse Afkomst (PSA). Door dit artikel moeten topsporters in diaspora de mogelijkheid krijgen om uit te kunnen komen voor de nationale sportselecties van Suriname. De discussie over sporters in diaspora, is bij de behandeling van de PSA-wet een topissue geworden. Verschillende leden zijn voor dit voorstel, maar vinden dat een goede studie en regelgeving moeten komen.
Volgens Brunswijk moet het mogelijk zijn om in bijzondere gevallen waar het landsbelang voorop staat, aan PSA’er de Surinaamse nationaliteit te verlenen. Dit kan door een nationaliteitsartikel op te nemen in het concept PSA-wet. ‘Door deskundigen in het buitenland, onder andere hoogleraar Rene de Groot, is aangegeven dat buiten de nationaliteitswet er nationaliteitgerelateerde zaken geregeld kunnen worden. De Staat bepaalt hierbij waar wel en waar niet verleend moet worden’, zei Brunswijk.
Volgens Brunswijk zal de mogelijkheid om topsporters in diaspora te gebruiken voor nationale selecties, een enorme boost geven aan onze internationale sportprestaties. Hij had het vooral over voetbal. ‘Haïti, Jamaica en Trinidad & Tobago zijn de enige landen uit het Caribisch gebied die een Wereldkampioenschap Voetbal hebben gespeeld. Al deze landen hebben gebruik gemaakt van voetballers in diaspora. Er is een wereldwijde trend op dit gebied. Marokko gebruikt ook veel voetballers uit Engeland en Nederland voor zijn nationale selecties. De samenleving in deze landen is niet minder trots op ze, omdat ze mensen zien strijden voor de eer van hun land’, zei Brunswijk.
Volgens de clubvoorzitter en speler van Inter Moengotapoe gaat het gebruik van sporters in diaspora niet ten koste van de lokale sporters in Suriname. ‘Wanneer ze samen trainen en spelen, kunnen ze van elkaar leren en beter worden. De lokale amateurs zullen zich optrekken aan het niveau van de profs. Ook kunnen onze jongens door op een hoger niveau te spelen, zich in de kijkers spelen in het buitenland. Kijk maar hoeveel jongens van Jamaica en Trinidad na het WK in Engeland en Azië een profcontract hebben gekregen’, haalde Brunswijk aan.
Naast de voordelen op het gebied van prestatie, brengt sport volgens Brunswijk ook andere voordelen met zich mee. ‘Als we sterker voor de dag komen, krijgen we veel exposure in het buitenland. Op den duur kan dit het aanzien van het land alleen maar doen toenemen. Ook het zakenleven en economie kunnen ervan profiteren. De middelen die we zullen generen, kunnen dan besteed worden aan jeugdvoetbal en verdere ontwikkeling van de nationale selecties.’
Chandrikapersad Santokhi van de VHP juicht het sportinitiatief van Brunswijk toe, ‘maar het moet niet alleen bij voetbal blijven’. ‘Ook andere atleten en sporten moeten gebruik kunnen maken van de toegevoegde waarde. Maar ook mensen die hier wonen, maar niet de Surinaamse nationaliteit en roots hebben, moeten kunnen uitkomen voor ons land. Kijk maar naar de cricketers van Guyanese afkomst. En de Brazilianen die hier zijn.’ Er moet een nationale commissie komen die deze zaak goed moet bestuderen. Ook collega Asiskumar Gajadien is hiervoor en pleit voor een visie voor de toekomst.
Voor NDP’er Rabin Parmessar is het halen van buitenlanders om de ontwikkeling te brengen, geen tovermiddel. ‘Het moet aanvullend werken op onze eigen krachten.’ Parmessar pleit dan ook dat we eerst onze lokale organisaties ontwikkelen voordat we buitenlanders erbij halen. Zo noemde hij dat er niet genoeg faciliteiten zijn voor jeugdvoetbal. Jeugdigen komen met een lege maag voetballen. ‘We moeten eerste deze zaken regelen. Hoeveel hebben wij over voor de sport?’ Ook zijn collega Melvin Bouva pleit ervoor om meer nationaal te investeren in de sport.
Asha Gajadien-Bhagwat