Ik ben een tijdje onderwijzer geweest en daarom neem ik de vrijheid om enige correcties aan te brengen in het ingezonden stuk “Tranen bij Tapajai?” van de heer M. Felisi.
Foutje nummer 1
Felisi heeft het driemaal in zijn stuk over “mensen uit het oosten” terwijl ik geschreven heb “deskundigen in het Oosten”. Als ik had geschreven “mensen uit het oosten” dan zou ik de hele Marrongemeenschap plus in het Oosten bedoelen en dat is juist mijn bedoeling niet. Ik heb veel respect voor de Marrongemeenschap, die hosselt voor een beter leven en die juist last heeft van de “deskundigen in het Oosten” die de ontwikkelingen tegenhouden. Ik heb mijn verhaal juist geschreven nadat “mensen uit het Oosten” met hoge opleidingen mij zeer teleurgesteld vertelden dat het Tapajaiproject niet doorging.
Als de schrijver de heer Felisi is die ik ken, dan weet ik dat het een verschrijving is en geen opzettelijke vervalsing, want die man is een respectabel mens. Een hele bevolkingsgroep zou boos op mij kunnen worden waardoor mijn geliefde binnenland voor mij op slot zou gaan. De man die ik bedoel heeft een hoge functie gehad en hij was in de gelegenheid grote dingen te doen voor zijn achterban. Ik zal nagaan of hij een elektrische centrale of een waterkrachtwerk (ook al is het een heel kleine) heeft kunnen realiseren. Als hij iets spectaculairs heeft verricht, dan hoort u dat nog wel van mij. Ere wie ere toekomt. Als hij alleen maar mensen tot ambtenaar heeft kunnen maken, zie ik dat niet als een prestatie. Integendeel! Mijn potlood ligt dan werkeloos in mijn zak.
Foutje nummer 2
Mijn vermeende onbekendheid met het binnenland. Twintig jaar geleden was het bestek van het Jaikreekproject klaar. Het kon worden uitgevoerd! De weg van Pokigron tot Jaikreek, het vliegveld en alle topografische en geologische gegevens zijn in ongeveer drie jaar onder mijn leiding afgerond (ik gaf leiding aan een kleurrijke groep Marrons, Indianen en Stadscreolen). De woudloper Eddy Molgo heeft eens gezegd: “Die Jadnanansing maakt geschiedenis; hij is de eerste Hindoestaan die de leiding heeft van zo een grote expeditie naar het verre binnenland”. Toen bestond de weg naar Jaikreek er nog niet en er was pas een malaria-epidemie in het gebied uitgebroken. Ik ben overigens ook vaker gids geweest in het binnenland. Verder ben ik in staat van het bos te leven. Ik ben tweemaal na een jachtboswandeling een dag en een nacht later in het kamp aangekomen dan gepland was. (Een woudloper verdwaalt niet; hij komt later thuis dan gepland is: citaat E. Molgo).
Foutje nummer 3
Stopzetting van Jaikreekproject is mijn lang afgeloerde kans om zwaar af te geven op “mensen uit het Oosten”. Nogmaals beste lezer, ik heb het gehad over “deskundigen in het Oosten”. Dit kan echt niet de Felisi zijn die ik ken, want die man is een respectabel mens. Als dit stuk zo was gebracht in het Midden-Oosten, was ik door een woedende menigte gelyncht, terwijl ik onschuldig ben. Ik heb juist met die “mensen” gewerkt, geslapen en samen gebeden om regen. Dit is een typisch voorbeeld hoe rampzalig politici, al dan niet opzettelijk, kunnen zijn.
Daarom ben ik bang voor die “deskundigen” die alleen maar destructief zijn en nergens meehelpen aan de opbouw; gewoon om een beetje partijpolitiek te scoren.
Ik hoop dat er eens een tijd zal komen dat je aan een minister wordt voorgesteld en men vertelt, net als vroeger, welke projecten hij op zijn naam heeft in plaats van hoeveel jaar hij heeft gediend.
De achterban is niet dom meer; men wil prestaties zien. Spelen op etnische sentimenten begint men te doorzien. Als men niet opbouwend gaat presteren, gaat de achterban een andere generatie volksvertegenwoordigers zoeken of vormen. Politici moeten niet vertellen wat ze gaan doen, maar wat ze hebben gedaan. En ook een beetje wat ze hebben getorpedeerd?
Om mijn onschuld te bewijzen zal ik mijn politieke partij, de VHP die bezig is een nationale partij te worden, vragen om een Marronvleugel te maken, die ik zal helpen trekken. Onze belangen zijn trouwens gemeenschappelijk: landbouw, ondernemerschap, onderwijs, particuliere werkgelegenheid, productie , prestatie, prestatie enz.
Tap a jai mus opo un’ ai!
Door: Rudi Jadnanansing
