Regering heeft behoorlijke financieringsruimte

‘In de afgelopen dagen is er een enorme ruis ontstaan als zou de regering een destructieve financieel-monetair beleid voeren. Maar dat is gaandeweg zeker gelogenstraft’, zegt de NDP-parlementariër Amzad Abdoel. Het is volgens de NDP’er zeer belangrijk dat wanneer er uitspraken worden gedaan ten aanzien van de financieel-monetaire situatie van het land, men goed geïnformeerd is. ‘Dat er buiten de goedgekeurde begrotingen uitgaven zijn gedaan, is bezijden de waarheid. Duidelijk was wel dat er door de minister van Financiën gevraagd was om de uitgaven te temporiseren. Echter geeft dit volgens het DNA-lid niet aan dat er een destructief financieel-monetair beleid wordt gevoerd.
Abdoel geeft aan dat de regering nog behoorlijk wat financieringsruimte heeft. ‘Dit ook binnen het kader van de mogelijkheden die door de wet wordt aangeboden. Conform artikel 21 van de Bankwet van 1956 is de Centrale Bank van Suriname (CBvS) verplicht aan de Staat voorschotten te verstrekken in rekening-courant op onderpand van schatkistpapier, telkens als de minister het nodig acht tot tijdelijke versterking van de staatskas.  Het maximum van de voorschotten bedraagt 10% van de geraamde inkomsten van de gewone dienst van de overheidsbegroting over het lopende dienstjaar. Van deze mogelijkheid is er heel weinig gebruik gemaakt.’
Volgens Abdoel is het ook belangrijk om te weten dat wanneer de president van de CBvS meer voorschotten aan de Staat geeft dan is toegestaan en wel zonder de goedkeuring van De Nationale Assemblee (DNA), hij en de minister van Financiën aankijken tegen een gevangenisstraf van 10 jaar en een geldboete van maximaal SRD 2 miljoen.
Een mogelijkheid is volgens Abdoel natuurlijk lenen. Volgens de Wet op Staatsschuld is het obligoplafond voor de binnenlandse staatsschuld op 25% gesteld en van de buitenlandse staatsschuld op 35% van het bbp. Volgens de laatste informatie ligt de binnenlandse staatsschuld op 14,1% en de buitenlandse staatsschuld op 19,1%. ‘Ook hier heeft de regering een behoorlijke financieringsruimte. Belangrijk is wel hoe de regering nu haar uitgaven financiert. De regering heeft ervoor gekozen om haar lopende uitgaven en vooral consumptieve uitgaven niet monetair te financieren en zeker niet te lenen om die uitgaven te betalen. Feit is ook dat de geraamde inkomsten van de goedgekeurde begroting zich niet evenredig ontwikkelen als de geraamde uitgaven.  Dit maakt dat in het kader van een prudent financieel-monetair beleid het cash managementsysteem wordt toegepast. Dit is ook niets nieuws. De uitgaven worden dan afgestemd op de inkomsten. Temeer omdat de regering prioriteiten heeft gesteld als AOV, betaling van mensen met een beperking, naschoolse opvang en ziekenhuizen.’
Temporisering betekent volgens de parlementariër helemaal niet dat er een slecht financieel-monetair beleid wordt gevoerd. ‘Integendeel geeft het aan dat men geen grappen maakt bij het voeren van een prudent financieel-monetair beleid.’ Dat de monetaire reserves zouden worden gebruikt om de uitgaven te dekken, verwijst Adboel naar het rijk der fabelen. ‘De monetaire reserves zijn van het land en niet van de regering. Ze hebben een bepaalde functie en dienen zeker niet om de uitgaven van de overheid te financieren’, aldus Abdoel.

error: Kopiëren mag niet!